Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
de minister van Asiel en Migratie, (gemachtigde: mr. L.S. Hartog).
Procesverloop
Overwegingen
Ambtshalve toetsing
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 13 mei 2025 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van een Nigeriaanse eiser. De minister van Asiel en Migratie had op 19 april 2025 de maatregel van bewaring opgelegd op grond van artikel 59b van de Vreemdelingenwet 2000, met als doel de identiteit en nationaliteit van de eiser vast te stellen en te voorkomen dat hij zich aan het toezicht zou onttrekken. De eiser, bijgestaan door zijn gemachtigde, heeft beroep ingesteld tegen dit besluit, waarbij hij ook schadevergoeding heeft verzocht. Tijdens de zitting op 6 mei 2025 heeft de rechtbank de argumenten van de eiser gehoord, waaronder zijn claim dat hij stress ervaart door de bewaring en dat er lichter middelen beschikbaar zijn, zoals plaatsing in een AZC met meldplicht.
De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de minister voldoende heeft gemotiveerd dat de maatregel van bewaring noodzakelijk is en dat er een risico bestaat dat de eiser zich aan het toezicht zal onttrekken, gezien zijn eerdere terugkeerbesluit en het feit dat hij zich niet heeft gemeld bij de autoriteiten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de zware gronden voor de bewaring feitelijk juist zijn en dat de beroepsgrond van de eiser niet slaagt. De rechtbank heeft ook ambtshalve getoetst of de maatregel onrechtmatig was, maar heeft geconcludeerd dat dit niet het geval is. Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De uitspraak is openbaar gemaakt op 13 mei 2025, en er staat hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.