ECLI:NL:RBDHA:2025:9089
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag machtiging tot voorlopig verblijf op basis van duurzame en exclusieve relatie
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 21 mei 2025 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de afwijzing van een aanvraag om een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) door de minister van Asiel en Migratie. Eiseres, een Surinaamse vrouw, had een aanvraag ingediend voor verblijf als gezinslid bij haar partner, referent, die de Nederlandse nationaliteit heeft. De aanvraag werd afgewezen omdat niet was aangetoond dat er sprake was van een duurzame en exclusieve relatie tussen eiseres en referent. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld, maar de rechtbank oordeelde dat zij niet voldoende bewijs had geleverd om de gestelde relatie aannemelijk te maken. De rechtbank overwoog dat de overgelegde documenten, zoals foto's en een paspoort met stempels, niet voldoende waren om aan te tonen dat de relatie met referent aan de wettelijke vereisten voldeed. Bovendien werd er geen bewijs geleverd dat de medische problematiek van referent een bijzondere omstandigheid vormde die aanleiding gaf om van het beleid af te wijken. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om terugbetaling van griffierecht af, evenals de proceskostenveroordeling.