ECLI:NL:RBDHA:2025:9063
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van eiser uit Venezuela wegens ongeloofwaardige bedreigingen en geen reëel risico bij terugkeer
Deze uitspraak betreft de afwijzing van de asielaanvraag van eiser, die op 26 november 2023 een aanvraag om verlening van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd indiende. De minister van Asiel en Migratie heeft deze aanvraag op 17 januari 2025 afgewezen, met als reden dat de aanvraag ongegrond was. Eiser is het niet eens met deze afwijzing en heeft beroep ingesteld. De rechtbank heeft op 3 april 2025 de zaak behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigden aanwezig waren.
In de uitspraak oordeelt de rechtbank dat de afwijzing van de asielaanvraag in stand kan blijven. De rechtbank acht de bedreigingen door de oom van eiser ongeloofwaardig en concludeert dat eiser bij terugkeer naar Venezuela geen reëel risico op ernstige schade loopt. Eiser heeft aangevoerd dat zijn oom deel uitmaakt van de Colectivo’s, een groep die mensen onder druk zet die het niet eens zijn met hun politieke idealen. Eiser vreest voor problemen bij terugkeer, maar de rechtbank oordeelt dat de minister zich niet ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat de bedreigingen niet geloofwaardig zijn.
De rechtbank concludeert dat eiser onvoldoende heeft aangetoond dat hij zelf ook gevolgen ondervindt van de bedreigingen van zijn oom. De minister heeft terecht gesteld dat de algemene situatie in Venezuela niet voldoende onderbouwt dat eiser problemen zal ondervinden bij terugkeer. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. Y. Yeniay-Cenik, rechter, in aanwezigheid van mr. K.H.M.M. Otten, griffier.