In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, enkelvoudige kamer, op 20 mei 2025, worden de asielaanvragen van twee Venezolaanse eisers behandeld. De eisers hebben op 26 november 2023 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de minister van Asiel en Migratie op 17 januari 2025 is afgewezen. De rechtbank beoordeelt de afwijzing aan de hand van de beroepsgronden die door de eisers zijn aangevoerd. De rechtbank komt tot de conclusie dat de bedreigingen door Sebin en de Colectivo's niet geloofwaardig zijn en dat de eisers bij terugkeer naar Venezuela geen reëel risico op ernstige schade lopen. De rechtbank legt uit dat de minister terecht heeft geoordeeld dat de verklaringen van eiser onsamenhangend en niet aannemelijk zijn. De rechtbank wijst erop dat de eisers onvoldoende bewijs hebben geleverd om hun claims te onderbouwen. De beroepsgronden van de eisers worden verworpen, en de rechtbank verklaart de beroepen ongegrond. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor asielzoekers om hun claims goed te onderbouwen en de rol van de minister in het beoordelen van de geloofwaardigheid van asielmotieven.