ECLI:NL:RBDHA:2025:888
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.S. Gaastra
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van een Guinese vreemdeling op basis van identiteit, nationaliteit en herkomst
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, enkelvoudige kamer, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag beoordeeld. Eiser, afkomstig uit Guinee, diende op 3 mei 2023 een aanvraag in voor een verblijfsvergunning asiel, welke door de minister van Asiel en Migratie op 16 oktober 2024 werd afgewezen. De rechtbank behandelt de zaak op 16 december 2024, waarbij eiser en zijn gemachtigde, alsook de gemachtigde van de minister aanwezig zijn.
De rechtbank oordeelt dat de afwijzing van de asielaanvraag ongegrond is. Eiser betoogt dat hij niet in staat was om gehoord te worden vanwege zijn psychische toestand, maar de rechtbank concludeert dat de medische adviezen van Medifirst zorgvuldig zijn en dat eiser op het moment van het nader gehoor in staat was om zijn verhaal te doen. De rechtbank wijst erop dat de minister niet verplicht was om het resultaat van een aanvullend medisch onderzoek af te wachten voordat hij een beslissing nam.
Daarnaast wordt de nationaliteit van eiser besproken. Eiser heeft verklaard Guinese nationaliteit te bezitten, maar stelt dat hij ook Liberiaanse nationaliteit heeft. De rechtbank oordeelt dat de minister voldoende aanknopingspunten had om aan te nemen dat eiser Guinese nationaliteit heeft en dat de problemen die hij in Liberia heeft ondervonden niet als asielmotief kunnen worden aangemerkt. De rechtbank concludeert dat de minister de aanvraag terecht heeft afgewezen en dat er geen aanleiding is voor een asielvergunning op grond van de gestelde omstandigheden. De uitspraak wordt gedaan door rechter A.S. Gaastra, in aanwezigheid van griffier N. El-Amrani.