ECLI:NL:RBDHA:2025:8808

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
9 april 2025
Publicatiedatum
20 mei 2025
Zaaknummer
C/09/672801 / FA RK 24-6764
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing verzoek moeder voor eenhoofdig gezag over minderjarigen na contactverbod vader

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 9 april 2025 een beschikking gegeven inzake het verzoek van de moeder om met eenhoofdig gezag over haar twee minderjarige kinderen te worden belast. De vader, die sinds augustus 2024 een contactverbod heeft met de moeder, is niet verschenen en heeft geen verweer gevoerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de ouders van 3 september 2012 tot 6 april 2021 gehuwd zijn geweest en gezamenlijk gezag uitoefenen over de kinderen. De moeder heeft aangevoerd dat de zorgregeling uit het ouderschapsplan nooit is uitgevoerd en dat de vader kampt met verslavingsproblemen en psychische problematiek, wat heeft geleid tot bedreigingen en uiteindelijk een contactverbod. De rechtbank heeft de belangen van de kinderen in overweging genomen, waarbij beide kinderen hebben aangegeven dat zij willen dat de moeder met het eenhoofdig gezag wordt belast. De rechtbank heeft geoordeeld dat het in het belang van de kinderen noodzakelijk is dat de moeder zelfstandig gezagsbeslissingen kan nemen, gezien de huidige situatie met de vader. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, waardoor de moeder voortaan alleen belast is met het ouderlijk gezag over de minderjarigen.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Enkelvoudige kamer
Rekestnummer: FA RK 24-6764
Zaaknummer: C/09/672801
Datum beschikking: 9 april 2025

Gezag

Beschikking op het op 19 september 2024 ingekomen verzoek van:

[de moeder] ,

de moeder,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat: mr. N.M. Zeeman in Zoetermeer.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:

[de vader] ,

de vader,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres.

Procedure

De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
  • het verzoekschrift;
  • de brief van 25 september 2024, met bijlage, namens de moeder;
  • het bericht van 11 maart 2025, met bijlagen, namens de moeder.
Op 7 april 2025 is de zaak op de zitting van deze rechtbank behandeld. Hierbij zijn verschenen: de moeder met haar advocaat en [naam] namens de Raad voor de Kinderbescherming (de Raad). De vader is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen.
De minderjarigen [de minderjarige 1] en [de minderjarige 2] hebben hun mening gegeven over het verzoek in een gesprek met de rechter.

Feiten

  • De moeder en de vader zijn gehuwd geweest van 3 september 2012 tot 6 april 2021.
  • Zij zijn de ouders van de volgende nu nog minderjarige kinderen:
  • [de minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum 1] 2010 in [geboorteplaats 1] ;
  • [de minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum 2] 2013 in [geboorteplaats 2] .
  • De ouders oefenen het gezamenlijk gezag uit over [de minderjarige 1] en [de minderjarige 2] .
  • Bij beschikking van 22 maart 2021 van deze rechtbank is – voor zover hier van belang – de echtscheiding tussen de ouders uitgesproken en bepaald dat het aangehechte convenant met ouderschapsplan deel uitmaakt van de beschikking.
  • In het ouderschapsplan zijn de ouders – voor zover hier van belang – overeengekomen dat de kinderen:
  • hun hoofdverblijf zullen hebben bij de moeder;
  • in beginsel om het weekend bij de vader verblijven van vrijdag uit school tot zondag 17.00 uur en de helft van de vakanties en feestdagen.
  • Op 6 augustus 2024 is de vader – voor zover hier van belang – veroordeeld tot een contactverbod ten aanzien van de moeder en een locatieverbod ten aanzien van de woning van de moeder, beiden voor de duur van twee jaar.

Verzoek en verweer

De moeder verzoekt haar met het eenhoofdig gezag over [de minderjarige 1] en [de minderjarige 2] te belasten, voor zover mogelijk met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
De vader heeft geen verweer gevoerd.

Beoordeling

Volgens artikel 1:253n lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) kan de rechtbank op verzoek van de moeder het gezamenlijk gezag dat is ontstaan tijdens het huwelijk beëindigen, als daarna de omstandigheden zijn gewijzigd. Het gezamenlijk gezag kan worden beëindigd als er een onaanvaardbaar risico is dat de kinderen klem of verloren zullen raken tussen de ouders en niet te verwachten is dat hierin binnen afzienbare tijd voldoende verbetering zal komen, of als wijziging van het gezag anderszins in het belang van de kinderen noodzakelijk is.
De moeder voert aan dat de zorgregeling die de ouders in het ouderschapsplan zijn overeengekomen nooit is uitgevoerd. De vader kampt(e) met alcoholafhankelijkheid, een drugsverslaving en psychische problematiek. De moeder heeft het contact tussen de vader en de kinderen zoveel mogelijk gefaciliteerd, maar dat werd steeds moeilijker. De vader heeft de moeder jarenlang bedreigd. De moeder heeft daarvan aangifte gedaan en de vader is op 6 augustus 2024 daarvoor veroordeeld, waarbij hij onder andere een locatie- en contactverbod van twee jaar opgelegd heeft gekregen. De moeder geeft aan dat er binnen afzienbare termijn weer gezagsbeslissingen moeten worden genomen voor de kinderen. [de minderjarige 1] heeft in april 2025 een schoolreis naar het buitenland en [de minderjarige 2] moet binnenkort worden ingeschreven op een middelbare school. De onzekerheid hierover heeft zijn weerslag op de kinderen. Aangezien de vader geen contact met de moeder mag hebben is het van belang dat de moeder met het eenhoofdig gezag over de kinderen wordt belast, zodat zij alle benodigde beslissingen kan nemen.
De vader heeft geen verweer gevoerd.
De rechtbank zal de moeder met het eenhoofdig gezag over [de minderjarige 1] en [de minderjarige 2] belasten, vanwege de volgende redenen. De vader is op dit moment niet betrokken in het leven van de kinderen, wat alleen al blijkt uit het feit dat hij geen verweer heeft gevoerd en ook niet op de zitting is verschenen. Daarnaast is er sprake van een contactverbod met de moeder, dat nog ruim een jaar geldig is. Er is geen contact tussen de ouders en gelet op het contactverbod kan van de moeder ook niet worden verwacht dat zij contact opneemt met de vader om toestemming te vragen voor beslissingen over de kinderen. De moeder is de stabiele factor in het leven van de kinderen. In hun gesprek met de rechter hebben beide kinderen ook aangegeven dat zij graag willen dat de moeder met het eenhoofdig gezag wordt belast, omdat de vader onvoorspelbaar kan zijn en zij niet willen dat hij belangrijke beslissingen voor hen kan dwarsbomen. De rechtbank is daarom van oordeel dat het in het belang van [de minderjarige 1] en [de minderjarige 2] noodzakelijk is dat het gezag wordt gewijzigd, zodat de moeder gezagsbeslissingen voortaan zelfstandig kan nemen.

BeslissingDe rechtbank:

*
bepaalt dat voortaan alleen de moeder, [de moeder] , geboren op [geboortedatum 3] 1979 in [geboorteplaats 3] , belast is met het ouderlijk gezag over de minderjarigen:
  • [de minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum 1] 2010 in [geboorteplaats 1] ;
  • [de minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum 2] 2013 in [geboorteplaats 2] ,
en verklaart deze gezagsvoorziening uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. C. de Jong-Kwestro, kinderrechter, bijgestaan door
mr. P.M.A. van Oosten als griffier, en uitgesproken op de openbare zitting van 9 april 2025.