ECLI:NL:RBDHA:2025:8652
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag verblijfsdocument EU/EER en verzoek om voorlopige voorziening
In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag wordt het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Verzoekster had een aanvraag ingediend voor een verblijfsdocument EU/EER, welke door de minister van Asiel en Migratie op 7 oktober 2021 was afgewezen. Na een beslissing op bezwaar op 11 januari 2022, waarbij de afwijzing werd gehandhaafd, heeft de rechtbank het beroep van verzoekster op 21 april 2022 ongegrond verklaard. Op 30 augustus 2024 trok de minister de eerdere beslissing op bezwaar in, maar bleef bij de afwijzing in een nieuw besluit van 24 januari 2025. Verzoekster heeft hiertegen beroep ingesteld en vroeg om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 9 mei 2025 behandeld, samen met het beroep (zaaknummer NL25.8755).