Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de meervoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], eiser,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 15 mei 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen een Russische eiser en de minister van Asiel en Migratie. De eiser heeft beroep ingesteld tegen een besluit van de minister, waarin hem een verblijfsrecht voor een tijdelijk humanitair verblijfsdoel werd geweigerd. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 27 februari 2025, waarbij de eiser werd bijgestaan door zijn gemachtigde en een tolk aanwezig was. De eiser, die sinds 2007 in Nederland verblijft, heeft eerder asiel aangevraagd, maar zijn verzoek is afgewezen. De minister heeft artikel 1F van het Vluchtelingenverdrag tegen de eiser ingeroepen, wat betekent dat hij wordt beschouwd als een gevaar voor de openbare orde. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een duurzaam uitzettingsbeletsel bestaat vanwege een risico op schending van artikel 3 van het EVRM, maar oordeelt dat het blijvend onthouden van een verblijfsvergunning niet disproportioneel is. De rechtbank heeft de argumenten van de eiser, waaronder zijn langdurig verblijf in Nederland en zijn persoonlijke omstandigheden, gewogen, maar concludeert dat deze niet voldoende zijn om de weigering van de verblijfsvergunning te weerleggen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de beslissing van de minister.