ECLI:NL:RBDHA:2025:860

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
15 januari 2025
Publicatiedatum
27 januari 2025
Zaaknummer
C/09/653702 / FA RK 23-6665
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vaststelling geboortegegevens en voornaamswijziging van verzoeker

Op 15 januari 2025 heeft de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in de zaak van verzoeker, die zijn geboortegegevens en voornaam wilde laten vaststellen en wijzigen. Verzoeker, geboren in Iran in 1968, heeft in Nederland asiel aangevraagd en is inmiddels genaturaliseerd. Hij heeft geen geboorteakte kunnen overleggen, omdat deze niet is geregistreerd in Iran. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoeker voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij niet over een originele geboorteakte kan beschikken en dat het niet veilig is voor hem om deze op te vragen bij de Iraanse autoriteiten. De rechtbank heeft de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente ’s-Gravenhage als belanghebbende aangemerkt en heeft de procedure gevolgd op basis van het Burgerlijk Wetboek. De rechtbank heeft de geboortegegevens van verzoeker vastgesteld en zijn verzoek tot voornaamswijziging toegewezen, omdat er sprake was van een zwaarwichtig belang. De beschikking is openbaar uitgesproken en de rechtbank heeft de wijziging van de voornaam gelast, die zal worden toegevoegd aan de geboorteakte.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Enkelvoudige Kamer
Rekestnummer: FA RK 23-6665
Zaaknummer: C/09/653702
Datum beschikking: 15 januari 2025

Vaststelling geboortegegevens en voornaamswijziging

Beschikking op het op 11 september 2023 ingekomen verzoekschrift van:

[verzoeker] ,

verzoeker,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat: mr. J. de Koning in Lisse.
Als belanghebbende ten aanzien van het verzoek tot vaststelling van de geboortegegevens wordt aangemerkt:

de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente ’s-Gravenhage,

zetelend in ’s-Gravenhage,
hierna: de ambtenaar.

Procedure

De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder van:
  • het verzoekschrift;
  • het aanvullend verzoekschrift, met bijlagen, ingekomen op 20 september 2023;
  • het bericht van verzoeker van 12 oktober 2023, met bijlage;
  • het bericht van de ambtenaar van 6 december 2023;
  • het bericht van de ambtenaar van 15 december 2023;
  • het bericht van verzoeker van 26 januari 2024, met bijlage;
  • het bericht van de ambtenaar van 23 februari 2024;
  • het bericht van verzoeker van 22 maart 2024, met bijlage;
  • het bericht van de ambtenaar van 24 april 2024, met bijlage;
  • het bericht van verzoeker van 30 mei 2024, met bijlagen;
  • het bericht van de ambtenaar van 26 juni 2024;
  • het bericht van verzoeker van 27 augustus 2024;
  • het bericht van verzoeker van 26 november 2024, met bijlage.
Op 29 november 2024 is de zaak op de zitting van deze rechtbank behandeld. Hierbij zijn verschenen:
  • de man bijgestaan door zijn advocaat;
  • [naam 1] en [naam 2] namens de ambtenaar.

Feiten

  • Volgens een uittreksel uit de Basisregistratie Personen (BRP) is verzoeker geboren op
  • Bij besluit van 28 oktober 1994 is besloten de door verzoeker ingediende aanvraag om toelating als vluchteling niet in te willigen wegens kennelijke ongegrondheid en om aan verzoeker, met ingang van 19 juli 1993 tot 19 juli 1994, onder gelijktijdige verlenging van de geldigheidsduur tot 19 juli 1995, een vergunning tot verblijf zonder beperking te verlenen.
  • Aan verzoeker is bij Koninklijk Besluit van 14 december 1998, nummer 98005921 het Nederlanderschap verleend.
  • Van verzoeker is geen geboorteakte opgenomen in de registers van de burgerlijke stand van de gemeente ’s-Gravenhage.

Verzoek en verweer

Verzoeker verzoekt, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, zoals dat na aanvulling nu luidt en naar de rechtbank begrijpt:
  • de geboortegegevens vast te stellen;
  • de voornaam [voornaam] te wijzigen in [voornamen] .
De ambtenaar voert verweer, dat hierna – voor zover nodig – zal worden besproken.

Beoordeling

Vaststellen geboortegegevens
Rechtsmacht en toepasselijk recht
Omdat verzoeker in Nederland woont, heeft de Nederlandse rechter op grond van artikel
3 aanhef en onder a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) rechtsmacht om te beslissen op het verzoek tot vaststelling van de geboortegegevens.
De rechtbank zal op dit verzoek Nederlands recht als haar interne recht toepassen.
Ontvankelijkheid
Op grond van artikel 1:25c eerste lid van het Burgerlijk Wetboek (BW) kan deze rechtbank, indien ten aanzien van een buiten Nederland geboren persoon geen akte van geboorte overeenkomstig de plaatselijke voorschriften door een bevoegde instantie is opgemaakt of kan worden overgelegd, op verzoek van het openbaar ministerie, van een belanghebbende of van de ambtenaar, de voor het opmaken van een geboorteakte noodzakelijke gegevens vaststellen, indien:
die persoon Nederlander is of te eniger tijd Nederlander dan wel Nederlands onderdaan niet-Nederlander is geweest;
die persoon rechtmatig verblijft op grond van artikel 8, onder c en d, van de Vreemdelingenwet 2000;
op grond van Boek 1 BW een latere vermelding aan de akte van geboorte moet worden toegevoegd.
Omdat verzoeker de Nederlandse nationaliteit heeft, kan hij worden ontvangen in haar verzoek.
Inhoudelijke beoordeling
Verzoeker verzoekt om zijn geboortegegevens vast te stellen. Verzoeker is in 1993 vanwege politieke redenen naar Nederland gevlucht en er was destijds sprake van een asielstatus, nu aan verzoeker een vergunning tot verblijf zonder beperking is verleend. Omdat verzoeker al geruime tijd in Nederland woont, heeft hij geen kennissen, vrienden of familie in Iran wonen via wie hij een originele geboorteakte kan verkrijgen. Ook heeft verzoeker van kennissen in Nederland vernomen dat het niet veilig is dat gevluchte mensen akten in Iran opvragen en hij voelt zich niet veilig genoeg om zich tot de ambassade te wenden. Daar komt bij dat verzoeker vermoedt dat zijn geboorte niet geregistreerd is in Iran nu hij in 1968 is geboren.
De ambtenaar stelt zich op het standpunt dat van verzoeker verlangd kan worden dat hij alsnog een afschrift van zijn Iraanse geboorteakte voorzien van de benodigde legalisaties en vertaling overlegd. Uit de beschikking van de IND van 28 oktober 1994 blijkt immers dat verzoeker niet is toegelaten als vluchteling. Ook is niet gebleken dat verzoeker daadwerkelijk pogingen heeft ondernomen om zijn geboorteakte op te vragen bij de Iraanse autoriteiten. Pas wanneer verzoeker genoegzaam heeft aangetoond niet over de originele Iraanse geboorteakte te kunnen beschikken of dat van hem niet verwacht kan worden dat hij zich tot de Iraanse autoriteiten wendt dan wel dat er van hem geen geboorteakte te verkrijgen is, ligt het voor de hand om de geboortegegevens vast te stellen.
De rechtbank is uit de stukken gebleken dat van verzoeker geen geboorteakte is ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand van de gemeente ’s-Gravenhage en onder de overgelegde stukken bevindt zich ook geen authentieke en gelegaliseerde geboorteakte van verzoeker.
Om tot vaststelling van de voor het opmaken van een geboorteakte noodzakelijke gegevens te kunnen overgaan, moet de rechtbank eerst beoordelen of verzoeker voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij niet beschikt over een overeenkomstig de plaatselijke voorschriften door een bevoegde instantie opgemaakt geboorteakte en deze ook niet kan verkrijgen. Vaststaat dat verzoeker niet beschikt over een door een bevoegde instantie opgemaakte geboorteakte. Tussen verzoeker en de ambtenaar is in geschil of verzoeker deze nog kan verkrijgen. Gelet op de stukken en dat wat op de zitting is besproken, is de rechtbank van oordeel dat verzoeker voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat van hem niet kan worden verwacht dat hij alsnog een authentieke en gelegaliseerde geboorteakte verkrijgt. Uit het rapport van gehoor asielzoeker van 18 augustus 1994 en het besluit van de IND van 28 oktober 1994, blijkt het volgende. Verzoeker heeft op 30 mei 1992 deelgenomen aan een verboden demonstratie in Mashhad, Iran gericht tegen de regering. Verzoeker is daarna gearresteerd en heeft aangegeven dat hij tijdens alle verhoren is mishandeld. Verzoeker is op 1 april 1993 vrijgelaten, op borg van een koopakte van een woning en met een meldingsplicht. Op 9 mei 1993 heeft een incident plaatsgevonden met een overval op een melkveewagen, waarbij verzoeker vreesde dat de politie dacht dat hij één van de daders was. Nadat de politie bij verzoeker aan de deur was geweest en één van zijn vrienden was gearresteerd naar aanleiding van dit incident, is verzoeker uit Iran gevlucht, wegens politieke redenen. Anders dan de ambtenaar, is de rechtbank onder deze omstandigheden van oordeel dat van verzoeker niet kan worden verlangd dat hij zich alsnog tot de Iraanse autoriteiten wendt om zijn geboorteakte op te vragen. Daar komt nog bij dat het de vraag is of de geboorte van verzoeker destijds geregistreerd is in Iran. De rechtbank is er immers ambtshalve mee bekend dat ten tijde van de geboorte van verzoeker in 1968 geen goed geboorteregistratiesysteem bestond in Iran.
Dit betekent dat de rechtbank over zal gaan tot een beoordeling van het verzoek tot vaststelling van de geboortegegevens van verzoeker.
De rechtbank is van oordeel dat voldoende aanwijzingen zijn verkregen over de omstandigheden waaronder en de datum waarop de geboorte van verzoeker moet hebben plaatsgehad. De rechtbank sluit voor de vaststelling van de geboortegegevens van verzoeker aan bij de door de ambtenaar geadviseerde gegevens. De rechtbank zal het verzoek toewijzen, zoals na te melden in het dictum van deze beschikking.
Voornaamswijziging
Rechtsmacht en toepasselijk recht
Omdat verzoeker in Nederland woont, heeft de Nederlandse rechter op grond van artikel
3 aanhef en onder a Rv rechtsmacht om te beslissen op het verzoek tot voornaamswijziging.
De rechtbank zal op dit verzoek op grond van artikel 10:20 BW Nederlands recht toepassen.
Inhoudelijke beoordeling
De rechtbank stelt voorop dat een voornaamswijziging – indien toegewezen – eerst tot stand komt doordat van de beschikking waarbij de voornaamswijziging is gelast een latere vermelding aan de geboorteakte wordt toegevoegd.
Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende gebleken van een zwaarwichtig belang bij toewijzing van het verzoek tot voornaamswijziging. De gevraagde voornamen zijn geoorloofd naar de maatstaven van artikel 1:4 tweede lid BW. De rechtbank zal het verzoek daarom toewijzen.

Beslissing

De rechtbank:
*
stelt van verzoeker de volgende geboortegegevens vast:
Geslachtsnaam : [geslachtsnaam]
Voornaam : [voornaam]
Geboortedatum : [geboortedatum] 1968
Geboorteplaats : [geboorteplaats] , Iran
Geslacht : M (mannelijk)
*
gelast de wijziging van de voornaam van verzoeker, in die zin dat de voornamen zullen luiden: “ [voornamen] ”.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.M.M. Vingerling, rechter, in tegenwoordigheid van mr. S. Sluijmer als griffier, en uitgesproken op de openbare zitting van 15 januari 2025.