In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, enkelvoudige kamer, wordt het beroep van eiser tegen het voortduren van de aan hem opgelegde maatregel van bewaring beoordeeld. Deze maatregel is opgelegd op 11 november 2024 en is eerder getoetst in uitspraken van 3 december 2024 en 18 februari 2025. Eiser stelt dat er geen zicht op uitzetting naar Nigeria is en dat verweerder onvoldoende voortvarend werkt aan zijn uitzetting. De rechtbank concludeert dat de maatregel van bewaring rechtmatig is en dat er geen grond is om aan te nemen dat het voortduren van de maatregel onevenredig bezwarend is voor eiser. Het beroep wordt ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen. De uitspraak is gedaan op 31 maart 2025 en is openbaar gemaakt op 15 mei 2025.