Uitspraak
RECHTBANK Den Haag
1.MERCEDES-BENZ GROUP AGte Stuttgart (Duitsland),2. MERCEDES-BENZ NEDERLAND B.V. te Utrecht,
1.De procedure
2.De feiten
rolling chassis(het onderstel) type 461, en VDL op de opbouw van de militaire voertuigen.
rolling chassistype 461, maar wel in een nieuw door MB ontwikkeld
rolling chassistype 464. Deze wijziging brengt wel hogere kosten mee, die volgens MB voor rekening van het MvD moeten komen.
Allied Engineering Publication(AEP)-55, volume 1 (hierna: AEP-55, volume 1), waarin procedures zijn beschreven voor de beoordeling of wordt voldaan aan de beschermingsniveaus van STANAG 4569. Over beschermingsniveau 1 vermeldt AEP-55, volume 1 het volgende:
the National Authority’ – dat wil zeggen: een functionaris van het MvD – op grond hiervan een FSP-test van MB verlangen. Het MvD heeft daartoe ook aanleiding gezien, omdat het niet bekend was met de combinatie van pantserstaal en composiet die MB wilde gebruiken voor het niet-transparantie deel van het personeelscompartiment. Het MvD wilde getest hebben of deze materiaalcombinatie kon voldoen aan het PvE, en in het bijzonder aan de eis dat “
fragmentation effects of (…) artillery grenades (…) do not penetrate into the personnel compartment with protection”.
obsolete” is geworden en er geen voertuigen meer zullen worden geleverd. VDL heeft MB verzocht € 14.126.860,- te betalen aan (voorlopige) gederfde winst en gemaakte kosten. MB heeft dit bij brief van 22 december 2022 van de hand gewezen. Het is volgens MB juist VDL die op meerdere punten tekort is geschoten en de schade van MB zou moeten betalen. MB heeft verder aangegeven dat de Leveringsovereenkomst is ontbonden en de Onderhoudsovereenkomst betekenisloos is geworden.
3.Het geschil
rolling chassis;
rolling chassis;
4.De beoordeling
AgfaPhoto v. Foto Noort c.s.). Aldus is naast lotsverbondenheid voor ontbinding van de ‘verbonden’ overeenkomsten ook vereist dat de ontbinding van één van de overeenkomsten naar redelijkheid en billijkheid de ontbinding van de andere overeenkomst rechtvaardigt.
back-to-back’ karakter, waarbij (delen van) de hoofdovereenkomst word(t)(en). doorgelegd in de onderaannemingsovereenkomst. Naar het oordeel van de rechtbank maken deze omstandigheden dat sprake is van een nauwe feitelijk-economische samenhang tussen de Hoofdleveringsovereenkomst en Leveringsovereenkomst. De omstandigheid dat partijen geen bepaling hebben opgenomen die het lot van de Hoofdleveringsovereenkomst en de Leveringsovereenkomst aan elkaar verbindt, doet hier in dit geval niet aan af.
swing mount-concept kunnen presenteren; en
engineerings)mijlpalen niet tijdig behalen.
rolling chassis). Toen dat niet lukte, heeft MB de ontbinding door het MvD geaccepteerd. De (overige) beweerdelijke tekortkomingen van VDL speelden toen wellicht voor MB op de achtergrond een rol, maar voor het MvD was de FSP-discussie het in het oog springende probleem. Bij deze stand van zaken kan in het midden blijven of VDL daadwerkelijk tekort is geschoten.