ECLI:NL:RBDHA:2025:8496
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- H. Hanssen - Telman
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak
In deze zaak heeft verzoekster, mede voor haar minderjarige kind, een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De minister van Asiel en Migratie heeft deze aanvraag op 11 februari 2025 afgewezen met het bestreden besluit, waarbij de aanvraag als ongegrond werd aangemerkt. Verzoekster heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 9 mei 2025 behandeld, waarbij verzoekster en haar gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van de minister en een tolk.
De voorzieningenrechter heeft op 14 mei 2025 uitspraak gedaan. Aangezien de rechtbank op dezelfde dag uitspraak heeft gedaan op het beroep, was een voorlopige voorziening niet meer nodig. Het verzoek om voorlopige voorziening is dan ook afgewezen. De voorzieningenrechter heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing. De zaak is geregistreerd onder zaaknummer NL25.6818 en vond plaats in Groningen.