ECLI:NL:RBDHA:2025:8399
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verlenging van een gebiedsverbod en de beoordeling van spoedeisend belang
In deze uitspraak beoordeelt de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoekster tegen de verlenging van een eerder opgelegd gebiedsverbod voor de wijken Buitenhof en Tanthof in Delft. De burgemeester van Delft heeft het gebiedsverbod met een besluit van 29 januari 2025 met drie maanden verlengd, ingaande op 1 februari 2025. Verzoekster heeft bezwaar gemaakt tegen deze verlenging en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft zonder zitting uitspraak gedaan.
De voorzieningenrechter oordeelt dat er onvoldoende spoedeisend belang is aangetoond door verzoekster. Hoewel het gebiedsverbod als ingrijpend wordt ervaren, is niet gebleken dat verzoekster een vaste verblijfplaats heeft binnen het gebied waarvoor het verbod geldt. Verzoekster heeft weliswaar gesteld dat het verbod onevenredig belastend is, maar dit is niet onderbouwd. De voorzieningenrechter wijst erop dat verzoekster zich kan wenden tot de daklozenopvang en dat het gebiedsverbod op 1 mei 2025 afloopt.
Uiteindelijk wordt het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, wat betekent dat het gebiedsverbod in stand blijft. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. drs. J.J.P. Bosman, in aanwezigheid van griffier mr. B.D.A. Mantingh, en is openbaar uitgesproken op 10 april 2025.