ECLI:NL:RBDHA:2025:830

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
27 januari 2025
Publicatiedatum
27 januari 2025
Zaaknummer
C/09/678442 / FA RK 25-217
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige zorgregeling en mediation in familiezaken

Op 27 januari 2025 heeft de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in een familiezakenprocedure betreffende de verdeling van zorg- en opvoedingstaken van twee minderjarige kinderen. Het verzoek is ingediend door de vader, vertegenwoordigd door advocaat mr. A.A.G. Balkenende, en de moeder, vertegenwoordigd door advocaat mr. R.W. van den Hoek. De ouders hebben gezamenlijk gezag over de kinderen, die respectievelijk zijn geboren in 2014 en 2015. Tijdens de zitting op 23 januari 2025 hebben de ouders overeenstemming bereikt over een voorlopige zorgregeling, die ingaat op 30 januari 2025. De kinderen zullen voorlopig bij de vader verblijven, met specifieke afspraken over contact tussen de ouders en de kinderen. De rechtbank heeft ook besloten dat de ouders zich moeten laten verwijzen naar mediation om hun onderlinge communicatie te verbeteren en om een uitbreiding van de zorgregeling te bespreken. De zaak is pro forma aangehouden tot 1 juni 2025, waarbij partijen veertien dagen voor deze datum schriftelijk moeten rapporteren over de voortgang van de mediation. De rechtbank heeft verder bepaald dat als er geen bericht is ontvangen, de zaak op basis van de stukken zal worden afgedaan. De beschikking is uitgesproken door kinderrechter mr. A.M. Brakel, bijgestaan door griffier I. Mahieu.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Enkelvoudige kamer
Rekestnummer: FA RK 25-217
Zaaknummer: C/09/678442
Datum beschikking: 27 januari 2025

Verdeling van de zorg- en opvoedingstaken

Beschikking op het op 10 januari 2025 ingekomen verzoek van:

[de vader] ,

de vader,
wonende te [woonplaats] ,
advocaat: mr. A.A.G. Balkenende te Katwijk.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:

[de moeder] ,

de moeder,
wonende te [woonplaats] ,
advocaat: mr. R.W. van den Hoek te [geboorteplaats 1] .

Procedure

De rechtbank heeft kennis genomen van de stukken waaronder:
  • het verzoekschrift;
  • het verweerschrift tevens zelfstandig verzoek;
- het F9-formulier van 20 januari 2025 van de zijde van de vader, met producties 1-4.
Op 23 januari 202 is de zaak ter terechtzitting van deze rechtbank behandeld. Hierbij zijn verschenen: partijen met hun advocaten en mevrouw [naam] namens de Raad voor de Kinderbescherming (de Raad).

Verzoek en verweer

Het verzoek strekt tot het treffen van een regeling inzake de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken. De moeder voert verweer en verzoekt zelfstandig een andere verdeling van de zorg- en opvoedingstaken te bepalen en ook het hoofdverblijf van de kinderen bij haar vast te stellen.

Feiten

- Partijen hebben een affectieve relatie gehad
- Zij zijn de ouders van de volgende thans nog minderjarige kinderen:
- [de minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum 1] 2014 te [geboorteplaats 1] ,
- [de minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum 2] 2015 te [geboorteplaats 2] .
- Partijen oefenen het gezamenlijk gezag over de minderjarigen uit.

Beoordeling

De ouders hebben ter zitting overeenstemming bereikt over een voorlopige zorgregeling. Deze luidt als volgt.
De kinderen zijn bij de vader
  • in de even weken van donderdag uit school tot vrijdag naar school;
  • in de oneven weken van donderdag uit school tot zondag 19.00 uur.
Deze regeling start op donderdag 30 januari 2025.
De rechtbank zal deze voorlopige regeling opnemen in het dictum.
Partijen hebben voorts afgesproken, mede op advies van de Raad, dat de ouders niet actief via bijvoorbeeld telefoon of WhatsApp, contact zullen opnemen met de kinderen wanneer die bij de andere ouder zijn. Indien een kind zelf contact zoekt met de andere ouder, mag daar wel op worden gereageerd. Indien sprake is van een calamiteit, moeten de ouders elkaar daar rechtstreeks over informeren, en dus niet via de kinderen. Deze afspraak leent zich niet voor opname in het dictum.
Ouders hebben voorts verzocht hen door te verwijzen naar mediation, om te werken aan hun onderlinge communicatie en bij verbetering daarvan een uitbreiding van de zorgregeling.
Op de zitting is afgesproken dat mocht de mediation niet voldoende resultaat opleveren, partijen zich zullen aanmelden bij Cardea voor het traject ouderschapsbemiddeling. Het is in dat geval aan de vader om die aanmelding feitelijk te doen. Hij kan daarvoor contact opnemen met de huisarts of het wijkteam dan wel centrum voor jeugd en gezin.
De ouders hebben verzocht om de zaak 4 maanden aan te houden om te bezien of voortgang van deze procedure nodig is.

Beslissing

De rechtbank:
bepaalt dat de minderjarigen:
- [de minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum 1] 2014 te [geboorteplaats 1] ,
- [de minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum 2] 2015 te [geboorteplaats 2] ,
met ingang van 30 januari 2025,
voorlopigbij de vader zullen zijn
  • in de even weken van donderdag uit school tot vrijdag naar school;
  • in de oneven weken van donderdag uit school tot zondag 19.00 uur;
*
verwijst partijen naar de voor hen bekende mediator om te trachten hun geschil ten aanzien van de zorgregeling door middel van mediation tot een oplossing te brengen;
houdt iedere verdere beslissing aan
tot 1 juni 2025 pro forma, in afwachting van de resultaten van de mediation;
uiterlijk
veertien dagen vóór voornoemde pro formadatumdienen partijen zich schriftelijk uit te laten over het resultaat van de mediation en de voortgang van deze procedure;
indien voor genoemde pro formadatum geen bericht is ontvangen zonder dat uitstel is gevraagd, zal de zaak in beginsel op de stukken worden afgedaan;
houdt iedere verdere beslissing
ten aanzien van de hoofdverblijfplaats en de zorgregelingaan.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.M. Brakel, kinderrechter, bijgestaan door I. Mahieu als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 27 januari 2025.