ECLI:NL:RBDHA:2025:8212
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toekenning Wajong-uitkering na langdurige afwijzing en heroverweging van arbeidsvermogen
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 14 mei 2025 uitspraak gedaan in een geschil over de toekenning van een Wajong-uitkering aan eiser, die eerder meerdere keren was afgewezen. Eiser, geboren in 1996, had in 2014 voor het eerst een Wajong-uitkering aangevraagd, maar deze aanvraag werd afgewezen omdat hij arbeidsvermogen zou hebben. Na een tweede aanvraag in 2019, die ook werd afgewezen, heeft eiser in 2023 opnieuw een aanvraag ingediend, na een diagnose van schizofrenie. De verzekeringsarts concludeerde dat er geen nieuw feit was dat de eerdere afwijzingen zou rechtvaardigen. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 2 april 2025, waarbij zowel eiser als zijn gemachtigde en de gemachtigde van verweerder aanwezig waren.
De rechtbank oordeelde dat de eerdere afwijzingen voldoende gemotiveerd waren en dat er geen reden was om deze te herzien. Eiser voerde aan dat hij al voor 2014 ernstige psychische problemen had, maar de rechtbank stelde vast dat de aanvraag van 6 oktober 2023 moest worden beoordeeld op basis van de Wajong-regelgeving. De rechtbank concludeerde dat de ingangsdatum van de Wajong-uitkering terecht was vastgesteld op 6 oktober 2023, omdat de wetgeving niet toestaat dat een uitkering met terugwerkende kracht wordt toegekend, tenzij er sprake is van kennelijke hardheid. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.