In deze zaak heeft de kinderrechter op 23 april 2025 een beschikking gegeven over de ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, geboren in 2008. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om de minderjarige onder toezicht te stellen voor een jaar en een machtiging te verlenen voor uithuisplaatsing in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp voor zes maanden. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er ernstige zorgen zijn over de ontwikkeling van de minderjarige, die opgroeit in een onveilige en instabiele omgeving. De vader is belast met het ouderlijk gezag, maar kan momenteel niet de benodigde zorg en opvoeding bieden. De minderjarige heeft een verleden van onveiligheid, instabiliteit, en er zijn zorgen over haar gedrag, waaronder middelengebruik en agressie. De kinderrechter heeft de noodzaak van jeugdhulp onderstreept en de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard, zodat de beslissing direct geldt, ook als er hoger beroep wordt ingesteld. De kinderrechter heeft de beschikking op schrift gesteld op 8 mei 2025, en het hoger beroep kan binnen drie maanden na de uitspraak worden ingesteld.