ECLI:NL:RBDHA:2025:801
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak inzake zwaar inreisverbod voor asielaanvraag van Marokkaanse eiser
In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 23 januari 2025, wordt een zwaar inreisverbod van tien jaar opgelegd aan een Marokkaanse eiser die asiel heeft aangevraagd in Nederland. De rechtbank behandelt de zaak na een beroep van eiser tegen het besluit van de Minister van Asiel en Migratie, die de asielaanvraag als kennelijk ongegrond heeft afgewezen. Eiser, geboren in 1993, heeft eerder een terugkeerbesluit ontvangen en is van mening dat het inreisverbod onterecht is opgelegd, vooral omdat hij mogelijk aan Duitsland wordt uitgeleverd en het terugkeerbesluit niet kan worden uitgevoerd.
De rechtbank overweegt dat de afwijzing van de asielaanvraag niet in geschil is, maar dat de motivering voor het inreisverbod onvoldoende is onderbouwd. Eiser stelt dat de omstandigheden van zijn uitlevering aan Duitsland relevant zijn voor de evenredigheid van het inreisverbod. De rechtbank wijst erop dat verweerder niet voldoende heeft gemotiveerd waarom het inreisverbod van tien jaar gerechtvaardigd is, gezien de mogelijkheid dat eiser niet kan worden uitgezet naar zijn land van herkomst.
De rechtbank geeft verweerder de gelegenheid om de gebreken in de motivering te herstellen en recentelijke justitiële documentatie over te leggen. Verweerder moet binnen twee weken meedelen of hij gebruik maakt van deze gelegenheid en heeft acht weken om de gebreken te herstellen. De rechtbank houdt verdere beslissingen aan tot de einduitspraak op het beroep.