ECLI:NL:RBDHA:2025:8001
Rechtbank Den Haag
- Mondelinge uitspraak
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen voortduren maatregel van bewaring in vreemdelingenrechtelijke zaak
Op 2 mei 2025 heeft de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, een mondelinge uitspraak gedaan in een zaak betreffende de voortduren van een maatregel van bewaring tegen een eiser van Gambiaanse nationaliteit. De maatregel van bewaring was op 14 februari 2025 opgelegd op grond van artikel 59b, eerste lid, van de Vreemdelingenwet. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. Tijdens de zitting op 2 mei 2025 is eiser niet verschenen, terwijl de minister zich liet vertegenwoordigen door haar gemachtigde. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De rechtbank oordeelde dat er geen feiten of omstandigheden waren die aanleiding gaven om de bewaring op te heffen, gezien de voortgang van de asielprocedure en de duur van de bewaring. Eiser had aangevoerd dat de bewaring te lang duurde en onevenredig belastend was, maar de rechtbank concludeerde dat de minister voldoende voortvarend handelde in de asielaanvraag van eiser. De rechtbank heeft ook overwogen dat de stelling van eiser over ongelijke behandeling niet opging, omdat hij niet aannemelijk had gemaakt dat het om gelijke gevallen ging. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.