In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) op haar bezwaar tegen de stopzetting van haar uitkering op grond van de Ziektewet. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden en dat het beroep gegrond is. De rechtbank heeft verweerder, het Uwv, opgedragen om binnen twee weken na de uitspraak alsnog een beslissing op bezwaar bekend te maken. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. De rechtbank heeft ook bepaald dat het door eiseres betaalde griffierecht van € 53,- moet worden vergoed en dat verweerder de proceskosten van € 453,50 aan eiseres moet betalen. De uitspraak is gedaan zonder zitting, omdat het beroep kennelijk gegrond was. De rechtbank heeft in haar overwegingen rekening gehouden met de bijzondere omstandigheden rondom het uitblijven van een beslissing waarbij een medisch advies van een verzekeringsarts nodig is, en de structurele problemen bij het Uwv met betrekking tot het tijdig nemen van beslissingen.