Uitspraak
Echtscheiding met nevenvoorzieningen
Beschikking op het op 18 januari 2024 ingekomen verzoek van:
[de vrouw] ,
[de man] ,
Procedure
- het verzoekschrift;
- het bericht van 24 januari 2024 van de vrouw, met bijlagen;
- het verweerschrift;
- het bericht van 22 augustus 2024 van de vrouw met aanvullende verzoeken, met bijlagen;
- het verweerschrift van de man op de aanvullende verzoeken van de vrouw, met bijlagen;
- het bericht van 10 maart 2025 van de man met aanvullende verzoeken, met bijlagen;
- het bericht van 11 maart 2025 van de man, met bijlagen;
- het bericht van 23 maart 2025 van de man met aanvullend verweer, met bijlagen;
- het bericht van 26 maart 2025 van de vrouw, met bijlagen;
- het bericht van 28 maart 2025 van de man, met bijlagen.
Feiten
Verzoek en verweer
- de man in de gelegenheid wordt gesteld om de echtelijke woning over te nemen met uitkoop van de vrouw, waarbij geldt dat de conform het spoorboekje getaxeerde waarde de waarde is waartegen de woning door de man mag worden overgenomen;
- een achttiende deel van de getaxeerde waarde van de woning enkel aan de man toekomt en dat de getaxeerde waarde minus het aan de man toekomend een achttiende deel van de getaxeerde waarde van de woning tussen partijen dient te worden verdeeld;
- de auto Fiat 500 met kenteken [kenteken 2] aan de vrouw wordt toegescheiden en dat de vrouw aan de man in het kader van overbedeling een bedrag ad € 3.205,- dient te voldoen;
- de vrouw in het kader van de overbedeling ten aanzien van de auto, Volkswagen Polo met kenteken [kenteken 3] € 3.000,- aan de man dient te betalen;
- de vrouw alle door haar meegenomen inboedelgoederen aan de man terug dient te geven;
- de vrouw in het kader van de overbedeling ten aanzien van het goud van partijen
- de vrouw in het kader van de verdeling van de gemeenschapsschulden € 10.000,- aan de man dient te vergoeden,
Beoordeling
18 januari 2024, zijnde de datum van indiening van het verzoekschrift tot echtscheiding. Voor de bepaling van de waarde van de te verdelen goederen geldt – voor zover de man en de vrouw niet anders overeenkomen dan wel de eisen van redelijkheid en billijkheid met zich meebrengen – de datum van feitelijke verdeling.
€ 10.000,- aan eigen middelen heeft ingelegd. Dit was toen 1/18e deel van de aankoopwaarde van de woning. Op grond van de beleggingsleer verzoekt te man te bepalen dat hij uit de verkoopwaarde eerst 1/18e deel vergoed krijgt, alvorens de overwaarde van de woning tussen partijen bij helfte wordt verdeeld. De vrouw betwist dat de man € 10.000,- uit eigen geld heeft ingebracht in de echtelijke woning.
- de heilige Koran;
- een keer een reis naar Mekka;
- een keer een reis naar Baghdad Karbala in Irak;
- 114 stuk gouden munten Bahar Azadi (24 karaat goud).
Beslissing
- bepaalt dat de Toyota Aygo met kenteken [kenteken 1] wordt toebedeeld aan de man onder een waarde van € 500,-, zodat de man nog € 250,- aan de vrouw dient te voldoen;
- bepaalt dat de Fiat 500 met kenteken [kenteken 2] wordt toebedeeld aan de vrouw onder een waarde van € 6.050,-, zodat de vrouw nog € 3.025,- aan de man dient te voldoen;
- bepaalt dat de onderneming [bedrijfsnaam 1] zonder verrekening met de man aan de vrouw wordt toebedeeld;
- bepaalt dat de onderneming [bedrijfsnaam 2] aan de man wordt toebedeeld onder een waarde van € 24.566,-, zodat de man nog € 12.283,- aan de vrouw dient te voldoen;