ECLI:NL:RBDHA:2025:7908
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak met betrekking tot uitstel van vertrek
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 7 mei 2025 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, die een V-nummer heeft, had eerder een aanvraag ingediend voor uitstel van vertrek op grond van artikel 64 van de Vreemdelingenwet 2000. Deze aanvraag werd op 5 december 2024 door de minister van Asiel en Migratie afgewezen. Verzoeker heeft hiertegen bezwaar aangetekend en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat hij de behandeling van zijn bezwaarschrift in Nederland kon afwachten. De minister handhaafde zijn afwijzing in een bestreden besluit van 4 februari 2025, waarbij hij stelde dat er een gevaar bestond dat verzoeker zou proberen zijn uitzetting te frustreren.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat verzoeker op 16 april 2025 een suïcidepoging heeft gedaan, wat leidde tot een aanhouding van de behandeling van het beroep. Op 1 mei 2025 heeft verzoeker met spoed om een beslissing gevraagd, omdat hij op 8 mei 2025 in een vrijheidsbeperkende locatie (VBL) in Ter Apel moest verblijven. De minister heeft zich tegen het verzoek verzet, stellende dat het beroep geen redelijke kans van slagen had en dat de medische bezwaren van verzoeker al in de besluitvorming waren betrokken.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Hij oordeelde dat de belangen van verzoeker niet zwaarder wogen dan die van de minister. De voorzieningenrechter concludeerde dat er geen aanleiding was om het bestreden besluit te schorsen, aangezien verzoeker niet had aangetoond dat hij rechtsmiddelen had ingesteld tegen de vrijheidsbeperkende maatregel en dat de noodzakelijke medische zorg in de VBL beschikbaar was. De uitspraak werd gedaan door mr. A.G.D. Overmars, in aanwezigheid van griffier mr. M.A. Buikema, en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze uitspraak.