ECLI:NL:RBDHA:2025:7871

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
7 mei 2025
Publicatiedatum
7 mei 2025
Zaaknummer
NL25.6917
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Vereenvoudigde behandeling
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing verzoek om proceskostenvergoeding in asielzaak

Op 7 mei 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak betreffende een verzoek om vergoeding van proceskosten door een asielzoeker. De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. R. Roelofsen, had beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag. Na het indienen van het beroep heeft de Minister van Asiel en Migratie alsnog een besluit genomen, waarna de verzoeker zijn beroep heeft ingetrokken. In zijn verzoek vroeg de verzoeker de minister om de proceskosten te vergoeden.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de minister, door na het indienen van het beroep alsnog een besluit te nemen, tegemoet is gekomen aan de verzoeker. Gezien deze omstandigheden heeft de rechtbank geoordeeld dat de minister de proceskosten van de verzoeker moet vergoeden. De rechtbank heeft de proceskosten vastgesteld op een bedrag van € 453,50, dat de minister aan de verzoeker dient te betalen.

De uitspraak is gedaan door mr. A.G.D. Overmars, rechter, en is openbaar gemaakt. De partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending. De relevante artikelen van de Algemene wet bestuursrecht en het Besluit proceskosten bestuursrecht zijn genoemd ter ondersteuning van de beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL25.6917

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam] , V-nummer: [nummer] , verzoeker

(gemachtigde: mr. R. Roelofsen),
en

de Minister van Asiel en Migratie, de minister.

Inleiding

1. Deze uitspraak gaat over het verzoek van verzoeker om de minister te veroordelen in de vergoeding van de proceskosten.
1.1.
De rechtbank doet uitspraak zonder zitting. [1]

Beoordeling door de rechtbank

2. Verzoeker heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag. Vervolgens heeft de minister alsnog een besluit genomen. Verzoeker heeft daarop het beroep ingetrokken en daarbij gevraagd om de minister te veroordelen in de vergoeding van de proceskosten. [2]
3. De rechtbank stelt vast dat de minister na het indienen van het beroep tegen het niet tijdig beslissen alsnog een besluit heeft genomen. Daarmee is de minister aan verzoeker tegemoetgekomen. De minister dient daarom de proceskosten van verzoeker te betalen.
4. De minister heeft laten weten de proceskosten van verzoeker tot een bedrag van
€ 453,50 te willen vergoeden.

Conclusie en gevolgen

5. Het verzoek wordt toegewezen. De minister moet de door eiser gemaakte proceskosten vergoeden. Deze kosten stelt de rechtbank vast op € 453,50. [3]

Beslissing

De rechtbank veroordeelt de minister in de proceskosten van verzoeker tot een bedrag van
€ 453,50.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.G.D. Overmars, rechter, in aanwezigheid van J. Yedema, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Informatie over verzet
Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.

Voetnoten

1.Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
2.Artikel 8:75 en 8:75a van de Awb, nader uitgewerkt in het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb).
3.Op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door de gemachtigde verleende rechtsbijstand, waarbij 1 punt is gerekend voor het indienen van het beroepsschrift met een waarde per punt van € 907,- en een wegingsfactor van 0,5.