ECLI:NL:RBDHA:2025:7790
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bestuurlijke boete opgelegd aan eigenaar van woning zonder huisvestingsvergunning
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 10 april 2025, in de zaak met nummer SGR 24/7879, is het beroep van eiser tegen de oplegging van een bestuurlijke boete van € 2.500,- door het college van burgemeester en wethouders van Den Haag aan de orde. Eiser, eigenaar van een woning, had deze verhuurd aan huurders zonder de vereiste huisvestingsvergunning. Na een controle door de Haagse Pandbrigade op 8 juni 2023, werd eiser een boete van € 5.000,- opgelegd. Echter, na bezwaar en een heroverweging door verweerder, werd de boete gematigd naar € 2.500,- omdat de huurders op een later moment alsnog een huisvestingsvergunning kregen. Eiser stelde dat verweerder zich niet aan de wettelijke beslistermijn had gehouden en dat dit aanleiding moest zijn om de boete verder te verlagen. De rechtbank oordeelde dat de boete terecht was opgelegd en dat eiser geen bijzondere omstandigheden had aangedragen die een verdere matiging rechtvaardigden. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, waardoor de boete van € 2.500,- gehandhaafd bleef. Eiser kreeg geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.