In deze zaak, die zich afspeelt voor de Rechtbank Den Haag, betreft het een schadestaatprocedure waarin Xerox c.s. verzoekt om tussentijds hoger beroep tegen een tussenvonnis van 26 maart 2025. De rechtbank heeft op 30 april 2025 uitspraak gedaan en het verzoek tot het openstellen van tussentijds hoger beroep afgewezen. De rechtbank oordeelt dat er onvoldoende zwaarwegende redenen zijn om van de hoofdregel af te wijken, die stelt dat hoger beroep van tussenvonnissen slechts tegelijk kan worden ingesteld met dat van het eindvonnis. Xerox c.s. betwist enkele beslissingen over de uitgangspunten voor de schadeberekening, maar de rechtbank concludeert dat deze beslissingen geen controversiële rechtsvragen betreffen en dat de mogelijkheid van een ander oordeel in hoger beroep geen bijzondere procesrechtelijke reden vormt om tussentijds hoger beroep toe te staan. De rechtbank bevestigt de bindende eindbeslissingen uit het tussenvonnis en wijst het verzoek van Xerox c.s. af. De zaak wordt verwezen naar de rolzitting van 28 mei 2025 voor vonnis.