ECLI:NL:RBDHA:2025:7542

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
23 april 2025
Publicatiedatum
2 mei 2025
Zaaknummer
C/09/670626 / HA ZA 24-661
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot schadevergoeding op basis van gebouwverzekering afgewezen wegens gebrek aan verzekerd belang

In deze zaak heeft Polakweg Beheer B.V. een vordering ingesteld tegen Nationale Nederlanden Schadeverzekering Maatschappij N.V. met betrekking tot een gebouwverzekering. Polakweg Beheer stelt dat zij dekking moet krijgen voor schade die is ontstaan door inbraak en diefstal in een kantoorpand. De rechtbank heeft op 23 april 2025 geoordeeld dat Polakweg Beheer geen verzekerd belang heeft bij de gebouwverzekering, omdat zij geen eigenaar is van het pand en niet heeft aangetoond dat zij in een andere hoedanigheid vermogensschade heeft geleden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzekering is afgesloten door Polakweg Beheer, maar dat de polisvoorwaarden vereisen dat de verzekeringnemer (de eigenaar) een verzekerd belang heeft. Polakweg Beheer heeft niet kunnen onderbouwen dat zij als gemachtigd beheerder namens de eigenaren van het pand heeft opgetreden. De rechtbank heeft de vordering van Polakweg Beheer afgewezen en haar veroordeeld in de proceskosten van Nationale Nederlanden.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK DEN HAAG

Team handel
zaaknummer / rolnummer: C/09/670626 / HA ZA 24-661
Vonnis van 23 april 2025
in de zaak van
POLAKWEG BEHEER B.V.
te Rijswijk,
eiseres,
advocaat mr. Ü. Arslan te Den Haag,
tegen
NATIONALE NEDERLANDEN SCHADEVERZEKERING MAATSCHAPPIJ N.V.te Den Haag,
gedaagde,
advocaat mr. T. Hussein te Den Haag.
Partijen zullen hierna Polakweg Beheer en NN genoemd worden.

1.Inleiding

1.1.
Deze zaak gaat over de vraag of NN dekking moet verlenen op basis van de door Polakweg Beheer bij NN afgesloten gebouwverzekering.
1.2.
Polakweg Beheer is van mening dat NN haar de schade die zij heeft geleden, als gevolg van inbraak en diefstal in een kantoorpand, op grond van de gebouwverzekering moet vergoeden. NN is het daar niet mee eens. De rechtbank oordeelt dat Polakweg Beheer geen verzekerd belang heeft bij de gebouwverzekering. Polakweg Beheer is geen eigenaar van het verzekerde pand en zij heeft niet aangetoond dat zij in een andere hoedanigheid dan die van eigenaar vermogensschade heeft geleden als gevolg van de inbraak en diefstal.

2.De procedure

2.1.
Het procesdossier bestaat uit de volgende stukken:
  • de dagvaarding van 31 juli 2024, met producties 1 tot en met 11;
  • de conclusie van antwoord, met producties A tot en met H;
  • het tussenvonnis van 18 december 2024, waarin de mondelinge behandeling is bevolen.
2.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 13 maart 2025. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat tijdens de zitting is besproken.
2.3.
Ten slotte is een datum voor het wijzen van vonnis bepaald.

3.De feiten

3.1.
Polakweg Beheer houdt zich bezig met het bemiddelen en adviseren bij huur en verhuur van onroerende zaken, het voeren van de administratie en het beheer daarvan. [naam 1] is enig aandeelhouder en bestuurder van Polakweg Beheer.
3.2.
[naam 1] is in privé één van de tien mede-eigenaren van het bedrijfspand aan de [adres] te [plaats] (hierna: het pand). Het betreft een kantoorgebouw, waarin units worden verhuurd.
3.3.
Polakweg Beheer heeft medio mei 2020 met behulp van de heer [naam 2] van Uyrum Totaal Advies op Maat B.V. (hierna: de tussenpersoon) bij NN een gebouwverzekering afgesloten ten behoeve van het pand. Op de verzekeringsovereenkomst zijn de polisvoorwaarden Gebouwverzekering GEB100.0718 (hierna: de polisvoorwaarden) van toepassing.
3.4.
Op het aanvraagformulier, dat Polakweg Beheer samen met de tussenpersoon heeft ingevuld, is onder het kopje ‘Verzekeringnemer- en/of bedrijfsgegevens’ bij ‘Beroep / bedrijf / activiteiten’ ingevuld: “
Eigenaar van een gebouw voor verhuur”.
De vraag of er extra verzekerden zijn is beantwoord met: “
nee”.
Bij bedrijfsnaam is ingevuld: “
Polak Beheer BV”.
Verder is onder het kopje ‘Aansprakelijkheidsverzekering Bedrijven (AVB)’ bij de specificatie van het pand ingevuld: “
[adres] / [postcode] [plaats] is een kantoorpand met diverse units die verhuurt worden aan derden”.
3.5.
In de Polis Gebouwverzekering van 26 april 2021 staat als verzekeringnemer op de polis vermeld: ‘Polak Beheer BV’. Bij ‘Beroep / bedrijf / activiteiten’ staat vermeld: ‘Eigenaar van een gebouw voor verhuur’.
3.6.
Op 18 januari 2022 ontdekte één van de gebruikers van het pand dat er was ingebroken. In het hele gebouw waren koperen (water)leidingen, elektriciteitskabels en aluminium trapleuningen verwijderd en weggenomen.
3.7.
Op 21 januari 2022 heeft Polakweg Beheer, via de tussenpersoon, de schade als gevolg van de inbraak en diefstal gemeld bij NN.
3.8.
Bij e-mailbericht van 14 april 2022 heeft NN de schadeclaim van Polakweg Beheer afgewezen, kort gezegd omdat Polakweg Beheer zich niet heeft gehouden aan de mededelingsplicht en omdat sprake was van onderverzekering.

4.Het geschil

4.1.
Polakweg Beheer vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, een verklaring voor recht dat NN gehouden is dekking te verlenen voor de door Polakweg Beheer ingediende schadeclaim op de afgesloten gebouwverzekering en dat zij de schade-uitkering behoort te doen aan de hand van de geldende polisvoorwaarden. Daarnaast vordert Polakweg Beheer NN te veroordelen in de proces- en nakosten van de procedure.
4.2.
Polakweg Beheer legt, samengevat, aan haar vordering ten grondslag dat zij op grond van de afgesloten gebouwverzekering recht heeft op vergoeding door NN van de door de inbraak en diefstal veroorzaakte schade.
4.3.
NN voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vordering, met veroordeling van Polakweg Beheer in de proces- en nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
4.4.
Op de standpunten van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

5.De beoordeling

5.1.
In deze zaak heeft Polakweg Beheer gesteld dat zij als gemachtigd beheerder namens de eigenaren van het pand is opgetreden en namens de gezamenlijke eigenaren van het pand een gebouwverzekering heeft afgesloten bij NN. NN heeft betwist dat sprake is van een machtiging van de eigenaren van het pand om als beheerder van het pand op te treden. Volgens NN blijkt ook nergens uit dat Polakweg Beheer op naam van de eigenaren een verzekeringsovereenkomst heeft afgesloten. De rechtbank is van oordeel dat het bij deze stand van zaken op de weg van Polakweg Beheer had gelegen haar stellingen nader te onderbouwen zoals bijvoorbeeld door het overleggen van de beheerovereenkomst waaraan Polakweg Beheer pas op de mondelinge behandeling heeft gerefereerd, maar die zij niet heeft overgelegd. Temeer omdat in het aanvraagformulier en in de polis van de gebouwverzekering ‘Polak Beheer BV’ als verzekeringnemer staat vermeld en ook is vermeld dat het ‘Polak Beheer BV’ is die eigenaar is van het pand. Tijdens de mondelinge behandeling is nog gebleken dat ‘Polak Beheer BV’ ‘Polakweg Beheer B.V.’ moet zijn en dat dat voor partijen altijd duidelijk is geweest. De rechtbank gaat aan de stellingen van Polakweg Beheer als onvoldoende onderbouwd voorbij en in het hiernavolgende zal de rechtbank uitgaan van Polakweg Beheer als verzekeringnemer.
5.2.
Als meest verstrekkend verweer heeft NN aangevoerd dat Polakweg Beheer geen verzekerd belang heeft, omdat Polakweg Beheer geen vermogensschade lijdt als het verzekerd object beschadigd raakt of verloren raakt. Polakweg Beheer is immers geen eigenaar van het pand.
5.3.
Polakweg Beheer betwist dat zij geen verzekerd belang heeft bij de gebouwverzekering. Zij voert daartoe het volgende aan. Polakweg Beheer heeft een verzekerd belang gezien de contractuele verplichtingen en de financiële verantwoordelijkheid. Haar schade bestaat erin dat de eigenaren van het pand Polakweg Beheer aansprakelijk kunnen houden. Daarnaast heeft NN de verzekering continu voortgezet, wat impliceert dat NN akkoord was en is met dit verzekerbare belang.
5.4.
De rechtbank stelt voorop dat de algemene regel is dat de verzekering slechts betrekking heeft op het belang van de verzekeringnemer (zie artikel 7:946 BW). Maar een verzekering kan ook worden afgesloten om het belang van een derde te dekken. In dit geval is niet gesteld of gebleken dat in de polis een belang van (een) derde(n) uitdrukkelijk is gedekt (in dit geval (één of meerdere van) de tien eigenaren van het pand). Uit de polis en/of de polisvoorwaarden moet blijken welk belang is gedekt door de verzekering en in welke omvang. Van belang is verder dat het hier gaat om een gebouwverzekering, een schadeverzekering. Dat betekent dat de verzekering strekt tot vergoeding van vermogensschade die de verzekerde zou kunnen lijden. Een vermogensbelang hoeft niet reeds bij het afsluiten van de verzekeringsovereenkomst te bestaan. Het moet wel ten tijde van de schadeveroorzakende gebeurtenis bestaan. Het is aan Polakweg Beheer om te stellen en indien nodig te bewijzen dat bij haar het verzekerd belang rustte ten tijde van de schadeveroorzakende gebeurtenis. Polakweg Beheer zal zich daarbij op de polisvoorwaarden moeten richten, omdat daarin het verzekerd belang is aangegeven.
5.5.
In de toepasselijke polisvoorwaarden is in artikel 1.2.1 het verzekerd belang nader uitgewerkt als volgt:
“De Dekking Gebouw heeft betrekking op het gebouw dat op uw polis omschreven staat. Verzekerd is het belang dat u of een andere verzekerde hierbij heeft. Er is sprake van een belang als u en/of de andere verzekerde:
a. (mede)eigenaar is van het gebouw dat op de polis omschreven staat; en/of
b. hierop een ander zakelijk recht heeft, bijvoorbeeld het recht van opstal, erfpacht, hypotheek of vruchtgebruik; en/of
c. het risico draagt voor het behoud ervan; en/of
d. aansprakelijk is voor het behoud ervan.”
5.6.
In deze zaak staat vast dat het pand eigendom is van tien eigenaren en dat Polakweg Beheer niet één van hen is, zodat Polakweg Beheer geen verzekerd belang heeft op grond van artikel 1.2.1 sub a van de polisvoorwaarden. Tijdens de mondelinge behandeling heeft Polakweg Beheer desgevraagd niet kunnen toelichten waarom zij desondanks op het aanvraagformulier als eigenaar van het pand staat vermeld en waarom er is ingevuld dat er geen andere verzekerden zijn. De vraag die vervolgens rijst is of Polakweg Beheer in een andere hoedanigheid dan die van eigenaar vermogensschade heeft geleden als gevolg van de inbraak en diefstal, doordat zij bijvoorbeeld het risico draagt voor het behoud van het pand of aansprakelijk is voor het behoud ervan, zoals bedoeld in artikel 1.2.1 onder c en d van de polisvoorwaarden. De rechtbank beantwoordt die vraag ontkennend en motiveert dit als volgt.
5.7.
Polakweg Beheer stelt dat zij een verzekerd belang heeft gezien de contractuele verplichtingen en de financiële verantwoordelijkheid, maar zij heeft dit verder niet concreet onderbouwd. Tijdens de mondelinge behandeling is door Polakweg Beheer nog wel gewezen op de beheerovereenkomst waaruit een contractuele verbintenis zou volgen voor Polakweg Beheer om een deugdelijke gebouwverzekering af te sluiten. Het had op de weg van Polakweg Beheer gelegen deze beheerovereenkomst in het geding te brengen. Nu blijft onduidelijk wat er precies tussen Polakweg Beheer en de eigenaren is afgesproken en hoe dat moet worden geduid. Zo heeft NN er tijdens de mondelinge behandeling op gewezen dat een bepaling zoals hiervoor vermeld in een beheerovereenkomst enkel meebrengt dat Polakweg Beheer op naam van de eigenaren een gebouwverzekering moet afsluiten en dit geen machtiging oplevert om zich als eigenaar van het pand voor te doen. Bovendien is de rechtbank met NN van oordeel dat deze verplichting geldt in de verhouding tussen Polakweg Beheer en de (tien) eigenaren van het pand. Eventuele aansprakelijkheid van Polakweg Beheer jegens de eigenaren wegens wanprestatie levert niet per definitie een eigen vermogensrechtelijk belang bij de schade als gevolg van de inbraak en de diefstal op en daarmee een verzekerd belang in de zin van de polisvoorwaarden. Polakweg Beheer heeft nog gewezen op het aardbeienmandjes arrest van de Hoge Raad (7 februari 1913, ECLI:NL:HR:1913:157), maar in dat arrest was sprake van een brandverzekering in een andere situatie dan de onderhavige casus. In het aardbeienmandjes arrest oordeelde de Hoge Raad dat de bewaarnemer ten aanzien van de in bewaring gegeven zaak als verzekerde een tegen brand verzekerbaar belang heeft. Dat belang bestaat in de mogelijkheid van schade, als de bewaarnemer tegenover de bewaargever niet kan bewijzen dat hem ten aanzien van het verloren gaan door brand van het in bewaring gegeven goed in geen enkel opzicht schuld is te wijten. In dit geval heeft Polakweg Beheer onvoldoende onderbouwd een eigen vermogensrechtelijk belang bij het pand te hebben. Polakweg Beheer verwijst ook naar andere jurisprudentie, maar daarmee onderbouwt zij haar verzekerd belang bij de gebouwverzekering niet.
5.8.
Polakweg Beheer stelt zich verder op het standpunt dat NN de verzekering continu heeft voortgezet, wat impliceert dat NN akkoord was en is met het verzekerbare belang. NN heeft tijdens de mondelinge behandeling toegelicht dat de verzekeringsovereenkomst in ongewijzigde vorm is voortgezet nadat de inbraak en diefstal hadden plaatsgevonden, omdat er discussie is ontstaan met Polakweg Beheer over het recht op uitkering. NN neemt daarom ten aanzien van de voortzetting van de verzekeringsovereenkomst een afwachtende houding aan en wacht de uitkomst van deze procedure af. Deze houding van NN kan naar het oordeel van de rechtbank niet leiden tot een verzekerd belang van Polakweg Beheer bij de gebouwverzekering.
5.9.
Uit het voorgaande volgt dat Polakweg Beheer haar verzekerd belang ten tijde van de inbraak en de diefstal onvoldoende heeft onderbouwd, zodat zij geen aanspraak kan maken op uitkering ingevolge de polis(voorwaarden). Dit brengt mee dat de vordering wordt afgewezen. Bij deze stand van zaken behoeven de andere standpunten van partijen over het al dan niet schenden van de mededelingsplicht en de vraag of sprake is van onderverzekering geen bespreking meer.
5.10.
Polakweg Beheer zal, als de in het ongelijk gestelde partij, in de proceskosten
worden veroordeeld. De proceskosten aan de zijde van NN worden als volgt begroot.
- griffierecht € 688
- salaris advocaat € 1.228 (2 punten × tarief II à € 614)
- nakosten
€ 178(plus de evt. verhoging zoals genoemd in de beslissing)
totaal € 2.094
5.11.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten zal worden toegewezen.

6.De beslissing

De rechtbank:
6.1.
wijst de vordering af;
6.2.
veroordeelt Polakweg Beheer in de proceskosten van NN van € 2.094, te betalen binnen 14 dagen na aanschrijving daartoe. Als Polakweg Beheer niet tijdig aan de veroordeling voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet Polakweg Beheer € 92 extra aan nakosten betalen, plus de kosten van betekening, te vermeerderen met de wettelijke rente over deze bedragen vanaf 14 dagen na betekening van dit vonnis tot aan de dag van algehele voldoening van de proceskosten;
6.3.
verklaart dit vonnis voor wat betreft de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.M. de Bruijn en in het openbaar uitgesproken op 23 april 2025. [1]

Voetnoten

1.type: 2339