ECLI:NL:RBDHA:2025:7487
Rechtbank Den Haag
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wraking van rechter na einduitspraak in hoofdzaak
Op 28 april 2025 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een wrakingsverzoek van [bedrijf] B.V. Het verzoek tot wraking was ingediend op 10 april 2025, nadat de rechter in de hoofdzaak, mr. J.J. Arts, op 28 maart 2025 een einduitspraak had gedaan. In deze einduitspraak verklaarde de rechtbank zich onbevoegd om van het geschil kennis te nemen. De wrakingskamer oordeelde dat de wet geen mogelijkheid biedt voor wraking nadat er een einduitspraak is gedaan. Hierdoor werd verzoekster niet-ontvankelijk verklaard in haar wrakingsverzoek. Verzoekster had nog verzocht om een mondelinge behandeling van het verzoek, maar de wrakingskamer oordeelde dat er geen reden was voor een dergelijke behandeling, aangezien het verzoek niet gegrond was. De beslissing werd openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.