ECLI:NL:RBDHA:2025:7394

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
31 maart 2025
Publicatiedatum
1 mei 2025
Zaaknummer
NL23.19230
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • G.A. Bouter - Rijksen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Asielaanvraag van Russische nationaliteit met betrekking tot politieke bedreigingen en afwijzing door de minister van Asiel en Migratie

In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiseres, een Russische nationaliteit, tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel. De aanvraag werd afgewezen door de minister van Asiel en Migratie op 19 juni 2023, omdat verweerder van mening was dat eiseres geen vluchteling is volgens het Vluchtelingenverdrag. Eiseres heeft aangevoerd dat zij bedreigd wordt vanwege haar politieke standpunt tegen Poetin en de oorlog in Oekraïne, wat haar angst aanjaagt om terug te keren naar Rusland. De rechtbank heeft de zaak op 5 maart 2025 behandeld, waarbij eiseres, haar dochter, en een tolk aanwezig waren.

De rechtbank oordeelt dat verweerder onvoldoende heeft gemotiveerd waarom eiseres geen reëel risico loopt bij terugkeer naar Rusland. Eiseres heeft relevante elementen aangedragen, zoals bedreigingen en haar deelname aan protesten, die niet adequaat zijn beoordeeld door verweerder. De rechtbank concludeert dat het bestreden besluit in strijd is met de Algemene wet bestuursrecht en vernietigt dit besluit. Verweerder wordt opgedragen om binnen 8 weken een nieuw besluit te nemen op de asielaanvraag van eiseres, waarbij de rechtbank ook de proceskosten van eiseres vergoedt tot een bedrag van € 1.814,-.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Rotterdam Bestuursrecht zaaknummer: NL23.19230
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres] , eiseres V-nummer: [v-nummer] ,

(gemachtigde: mr. O.C. Bondam), en
de minister van Asiel en Migratie, verweerder (gemachtigde: mr. J. Sanchez Rhemrev).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd (asielaanvraag). Verweerder heeft met het bestreden besluit van 19 juni 2023 de aanvraag in de verlengde procedure afgewezen als ongegrond.
2. De rechtbank heeft het beroep op 5 maart 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiseres, de dochter van eiseres [persoon A] , de gemachtigde van eiseres, F. Ivanov als tolk en de gemachtigde van verweerder.

Totstandkoming van het besluit

3.1.
Eiseres heeft de Russische nationaliteit en is geboren op [geboortedatum] 1952. Zij heeft op 17 juni 2022 een asielaanvraag ingediend.
3.2.
Eiseres legt aan haar asielaanvraag ten grondslag dat zij niet terug kan naar Rusland. Sinds zij in Nederland is, wordt ze via WhatsApp bedreigd door buren en kennissen vanwege haar politieke standpunt (zij is tegen Poetin en de oorlog in Oekraïne). Door de dreigementen is ze bang om terug te keren naar Rusland. Ze is bang dat één van die mensen een melding zal doen bij de Russische autoriteiten over haar.
Het bestreden besluit
4. Het asielrelaas van eiseres bevat volgens verweerder de volgende relevante elementen:
  • identiteit, nationaliteit en herkomst;
  • bedreigingen vanwege politieke standpunt.
Verweerder acht deze relevante elementen geloofwaardig.
4.1.
Volgens verweerder is eiseres geen vluchteling als bedoeld in het Vluchtelingenverdrag. Verweerder acht het niet aannemelijk dat eiseres bij terugkeer naar Rusland te vrezen heeft dat ze wordt aangehouden door de Russische autoriteiten, omdat eiseres geen politiek activist is die significant kritiek levert op de autoriteiten. Daarnaast heeft zij op geen enkele wijze aannemelijk gemaakt dat zij door de genoemde dreigementen te vrezen heeft in Rusland. Eiseres komt daarom niet in aanmerking voor een verblijfsvergunning asiel op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder a, Vreemdelingenwet 2000 (Vw).
4.2.
Volgens verweerder loopt eiseres bij terugkeer naar Rusland geen reëel risico op ernstige schade. De geloofwaardige relevante elementen zijn niet te herleiden tot een van de situaties zoals genoemd in paragraaf C2/3.3 van de Vreemdelingencirculaire (Vc). Eiseres komt daarom niet in aanmerking voor een verblijfsvergunning asiel op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder b, van de Vw.
4.3.
Verweerder heeft de asielaanvraag van eiseres afgewezen als ongegrond als bedoeld in artikel 31, eerste lid, van de Vw. Er wordt verder geen reguliere vergunning voor bepaalde tijd verleend als bedoeld in artikel 14, eerste lid, aanhef en onder e, van de Vw in samenhang bezien met artikel 3.6a, eerste lid, of 3.6ba, eerste lid, van het Vreemdelingenbesluit 2000 (Vb). Er is volgens verweerder geen sprake van familie- en gezinsleven tussen eiseres en haar dochter als bedoeld in artikel 8 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM). Eiseres krijgt ook geen uitstel van vertrek op grond van artikel 64 van de Vw.
Aanvullend besluit van 28 februari 2025
5. Naar aanleiding van de aanvullende gronden van beroep van 21 februari 2025, waar het medisch dossier van eiseres aan toe is gevoegd, heeft verweerder bij aanvullende beschikking van 28 februari 2025 voorlopig uitstel van vertrek aan eiseres verleend (met ingang van 28 februari 2025 tot 28 augustus 2025), in afwachting van de beslissing op de ambtshalve beoordeling van verweerder om toepassing van artikel 64 van de Vw.

Beoordeling door de rechtbank

Gewijzigde omstandigheden
6. Eiseres voert aan dat de situatie in Rusland sinds het bestreden besluit is verslechterd. Zij verwijst hierbij naar het Thematisch ambtsbericht over de Russische Federatie van 14 februari 20251. Volgens eiseres volgt hieruit dat de Russische overheid kritische burgers de mond wil snoeren en wordt er streng opgetreden tegen afwijkende meningen over met name de oorlog in Oekraïne. Mensen, ook die in het buitenland verblijven, worden in de gaten gehouden door middel van screening van sociale media en gezichtsherkenningssoftware. Ook wordt nu als straf gedwongen psychiatrische behandeling van burgers ingezet. Uit het ambtsbericht volgt verder dat de AIVD en NCTV in oktober 2024 berichtten over monitoring van de Russische gemeenschap in Nederland. Eiseres wijst
1. Eiseres verwijst met name naar de passages onder het kopje ‘critici en opposanten’ op pagina’s 46 tot en met 69.
er in dit kader op dat zij bij de aanmelding in [plaats] en op [datum] is geïnterviewd door [dagblad] . Ook heeft zij samen met haar dochter deelgenomen aan de oppositiebijeenkomst bij de Russische ambassade in Den Haag tijdens de verkiezingen op 17 maart 2024. Zij is hierbij mogelijk gefotografeerd en gefilmd. Verder nam eiseres deel aan de herdenking bij het Navalny-monument op de Dam in Amsterdam op 17 februari 2024. Hier is op sociale media uitgebreid verslag van gedaan. Gelet op het ambtsbericht van 14 februari 2025 is het bestreden besluit niet meer gebaseerd op de juiste feiten en omstandigheden en daarmee ook onvoldoende gemotiveerd, aldus eiseres.
Verder voert eiseres aan dat verweerder onvoldoende heeft gemotiveerd dat tussen eiseres en haar dochter geen meer dan gebruikelijke afhankelijkheidsrelatie bestaat c.q. is ontstaan. Eiseres stelt dat het door de westerse sancties niet meer mogelijk is voor haar dochter om haar op afstand te ondersteunen door geld over te maken. Ook wijst zij op haar leeftijd en huidige gezondheidssituatie. Zij wordt ondersteund door haar dochter en haar schoonzoon in Nederland die op haar letten en haar artsenbezoeken organiseren en betalen als dat nodig is. In Rusland kan zij de benodigde medische behandeling niet krijgen omdat zij slechts een pensioen van 130 euro per maand heeft. Van enkel dat bedrag kan zij gezien de inflatie door de oorlog in Rusland niet meer rondkomen. Bovendien zijn haar kennissen in Rusland erg wantrouwend jegens haar en zullen haar vanwege haar kritische houding tegenover de Russische overheid, de oorlog met Oekraïne en de omstandigheid dat zij een dochter heeft in Nederland die de Oekraïense zaak ondersteunt, zeker niet helpen zoals haar dochter dat doet. Zij voert daarnaast aan dat de grenzen van Rusland inmiddels gesloten zijn voor reizen naar westerse landen en dat niet onaannemelijk is dat zij, als zij naar Rusland terugkeert, haar dochter en kleinkinderen nooit meer zal kunnen zien. In dat verband voert zij aan dat zij financieel, geestelijk en lichamelijk niet meer in staat om de reis via de wel beschikbare routes (zoals via Azerbeidzjan en Turkije) te maken.
6.1.
Naar het oordeel van de rechtbank is verweerder, gelet op de ex-nunc toetsing in asielzaken, onvoldoende gemotiveerd ingegaan op wat eiseres heeft aangevoerd ten aanzien van het Thematisch ambtsbericht over de Russische Federatie van 14 februari 2025 en het feit dat zij en haar dochter zijn geïnterviewd door [dagblad] en dat dit filmpje ook online staat. Eiseres stelt zich op het standpunt dat als de Russische autoriteiten haar interview zien, zij gevaar loopt. In het filmpje wordt verteld dat eiseres in Nederland asiel heeft aangevraagd en is zij te zien in [plaats] . De dochter van eiseres laat zich uit over de situatie in Rusland en stelt dat Rusland een gek land is en dat de mensen daar ook gek zijn. Verder wordt in het filmpje gesproken over een leven waarin je omringd bent door staatspropaganda en moet zwijgen of liegen (als je het niet eens bent met het Russische beleid en de oorlog). Verweerder heeft onvoldoende gemotiveerd waarom dit filmpje en de uitspraken die daarin zijn gedaan alsmede de omstandigheid dat daaruit blijkt dat eiseres asiel heeft aangevraagd in Nederland, niet maken dat eiseres bij terugkeer naar Rusland problemen zal ondervinden van de autoriteiten. Dat eiseres al tientallen jaren op en neer heeft gereisd tussen Rusland en Nederland en zij nimmer problemen heeft ervaren bij het in- en uitreizen, is onvoldoende, gelet op de in het Thematische ambtsbericht beschreven actuele situatie. Ook de mededeling van verweerder ter zitting dat hij bij TOELT navraag heeft gedaan over het filmpje is onvoldoende. Anders dan verweerder in dat verband stelt gaat het in het filmpje niet enkel over een dochter die haar moeder graag bij zich wil hebben, maar wordt er in het filmpje duidelijk kritiek geuit op Rusland en het regime. Dit
2 Zij verwijst hierbij naar de website: [link]
terwijl volgens eiseres uit het ambtsbericht volgt dat in Rusland streng wordt opgetreden tegen afwijkende meningen over de oorlog in Oekraïne en dat de Russische gemeenschap in Nederland wordt gemonitord. Bovendien heeft verweerder in het verweerschrift zelf aangegeven dat niet met zekerheid kan worden gezegd welke mediaberichten door de Russische autoriteiten gemonitord worden, zodat niet valt uit te sluiten dat het filmpje van [dagblad] niet door de Russische autoriteiten wordt gezien. Verder blijkt uit het bestreden besluit dat verweerder zelf in het kader van de vraag of eiseres in de negatieve aandacht staat van de Russische autoriteiten van belang acht of de autoriteiten bekend zijn met de asielaanvraag van eiseres. De beroepsgrond slaagt.
6.2.
Hoewel verweerder zich terecht op het standpunt stelt dat uit de door eiseres overgelegde links die zien op de oppositiebijeenkomst van 17 maart 2024 en de herdenking bij het Navalny-monument op 17 februari 2024 niet blijkt dat eiseres bij die bijeenkomsten aanwezig was, is ter zitting gesteld dat eiseres hier wel bewijsstukken van heeft. De rechtbank wijst eiseres erop dat zij alle relevante stukken aan verweerder dient te overleggen voordat verweerder een nieuw besluit neemt op haar asielaanvraag, zodat verweerder ook die stukken kan betrekken bij de besluitvorming.
6.3.
De rechtbank wijst verweerder er verder op dat hij bij het nemen van het nieuwe besluit ook een actuele beoordeling dient te maken in het kader van artikel 8 van het EVRM. Verweerder dient in dat kader te betrekken dat eiseres inmiddels jaren in Nederland bij haar dochter verblijft en wat zij heeft aangevoerd en verklaard over haar relatie met haar dochter en haar afhankelijkheid van haar dochter.

Conclusie en gevolgen

7. De rechtbank komt, gelet op het voorgaande, tot de conclusie dat het bestreden besluit in strijd is met de artikelen 3:2 en 3:46 van de Algemene wet bestuursrecht. Het beroep is gegrond en de rechtbank vernietigt het bestreden besluit. De rechtbank ziet geen mogelijkheid om de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand te laten of om zelf in de zaak te voorzien, omdat het aan verweerder is om een inhoudelijk besluit te nemen. De rechtbank draagt verweerder op om een nieuw besluit te nemen op de asielaanvraag van eiseres met inachtneming van deze uitspraak. Verweerder krijgt hiervoor een termijn van 8 weken voor het nemen van het nieuwe besluit.
8. De rechtbank ziet vanwege de gegrondverklaring van het beroep aanleiding om verweerder te veroordelen in de door eiseres gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb) voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 1.814,- (1 punt voor het indienen van de beroepschrift en 1 punt voor het verschijnen ter zitting met een waarde per punt van € 907,- en een wegingsfactor 1).

Beslissing

De rechtbank:
  • verklaart het beroep gegrond;
  • vernietigt het bestreden besluit;
  • draagt verweerder op een nieuw besluit te nemen op de asielaanvraag van eiseres met inachtneming van deze uitspraak;
  • veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 1.814,-
Deze uitspraak is gedaan door mr. G.A. Bouter - Rijksen, rechter, in aanwezigheid van mr. M.M. Mercelina, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen 4 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.