ECLI:NL:RBDHA:2025:7389

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
3 april 2025
Publicatiedatum
1 mei 2025
Zaaknummer
C/09/680538 / FA RK 25-1263
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervangende toestemming voor vakantie met minderjarigen

Op 3 april 2025 heeft de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in een zaak betreffende vervangende toestemming voor een vakantie met minderjarige kinderen. De moeder, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. N.T. Vogelaar, verzocht om toestemming om met haar kinderen, [de minderjarige 1] en [de minderjarige 2], op vakantie te gaan naar [plaats] in Spanje van 22 tot en met 29 april 2025. De vader, die ook als belanghebbende werd aangemerkt, heeft zijn toestemming geweigerd en voerde mondeling verweer tijdens de zitting. De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder het verzoekschrift en een brief van de moeder met bijlagen. De minderjarigen hebben hun mening over het verzoek gegeven in een gesprek met de rechter.

De ouders hebben een affectieve relatie gehad en zijn gezamenlijk gezagdragers van de kinderen. De moeder heeft aangegeven dat het contact tussen de ouders sinds hun uiteengaan stroef verloopt en dat er geen contact meer is geweest tussen de vader en de kinderen sinds een incident in 2019. De moeder heeft de vader op 16 januari 2025 om toestemming gevraagd, maar hij heeft hier niet op gereageerd. De rechtbank heeft overwogen dat het in het belang van de kinderen is om met hun familie op vakantie te gaan en dat er geen juridische bezwaren zijn tegen de vakantie. De rechtbank heeft daarom de moeder vervangende toestemming verleend om met de kinderen op vakantie te gaan, en verklaarde de beschikking uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Enkelvoudige Kamer
Rekestnummer: FA RK 25-1263
Zaaknummer: C/09/680538
Datum beschikking: 3 april 2025

Vervangende toestemming vakantie

Beschikking op het op 19 februari 2025 ingekomen verzoek van:

[de moeder] ,

de moeder,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat: mr. N.T. Vogelaar in Maasdijk.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:

[de vader] ,

de vader,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres.

Procedure

De rechtbank heeft kennisgenomen van de volgende stukken:
  • het verzoekschrift;
  • de brief van 13 maart 2025, met bijlagen, namens de moeder.
De minderjarigen [de minderjarige 1] en [de minderjarige 2] hebben hun mening over het verzoek gegeven in een gesprek met de rechter.
Op 20 maart 2025 is de zaak op de zitting van deze rechtbank behandeld. Hierbij zijn verschenen: de moeder met mr. J. Todorov als waarnemend advocaat en de vader.

Feiten

  • De moeder en de vader hebben een affectieve relatie gehad.
  • Zij zijn de ouders van de volgende nu nog minderjarige kinderen:
  • [de minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum 1] 2008 in [geboorteplaats 1] ;
  • [de minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum 2] 2010 in [geboorteplaats 2] .
  • De ouders oefenen het gezamenlijk gezag over [de minderjarige 1] en [de minderjarige 2] uit.
  • [de minderjarige 1] en [de minderjarige 2] verblijven feitelijk bij de moeder.

Verzoek en verweer

De moeder verzoekt aan haar toestemming te verlenen, die de toestemming van de vader vervangt, om met [de minderjarige 1] en [de minderjarige 2] op vakantie te gaan van 22 april tot en met 29 april 2025 naar [plaats] (Spanje), voor zover mogelijk met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
De vader heeft op de zitting mondeling verweer gevoerd, welk verweer hierna – voor zover nodig – zal worden besproken.

Beoordeling

Artikel 1:253a lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) bepaalt dat in geval van gezamenlijke gezagsuitoefening geschillen tussen de ouders op verzoek van beiden of één van hen aan de rechtbank kunnen worden voorgelegd. De rechtbank neemt een zodanige beslissing als haar in het belang van de kinderen wenselijk voorkomt.
De moeder geeft aan dat sinds het uiteengaan van de ouders het contact tussen hen stroef loopt. Zij hebben diverse hulpverleningstrajecten gevolgd, zonder het gewenste resultaat. Na een incident in december 2019 is de zorgregeling met de vader opgeschort. Sindsdien is er geen contact meer geweest tussen de vader en de kinderen en de verstandhouding tussen de ouders is ongewijzigd gebleven. De moeder wil graag binnenkort met de kinderen op vakantie. Het gaat om een familievakantie voor de trouwdag van de grootouders moederszijde. De moeder heeft op 16 januari 2025 de vader om toestemming gevraagd en de vader voorzien van door haar ingevulde toestemmingsformulieren met informatie over de vakantieperiode, de bestemming, het vakantieadres en de vluchtgegevens. De vader heeft hier niet op gereageerd, ook niet nadat haar advocaat hem op 7 februari 2025 heeft aangeschreven. De vakantie valt in een schoolvakantie, dus er is geen vrijstelling van school nodig. Daarnaast gaat het om een groen gebied, zodat er geen sprake is van een veiligheidsrisico.
Op de zitting heeft de vader duidelijk aangegeven dat hij weigert om zijn toestemming voor de vakantie te verlenen. Als onderliggende reden heeft hij daarover aangegeven dat de moeder het contact tussen hem de kinderen tegenwerkt, waardoor hij geen aanleiding ziet om mee te werken met de moeder. Daarnaast is de vader niet bereid om een kopie van zijn paspoort aan de moeder te verstrekken, omdat hij bang is dat daar misbruik van wordt gemaakt.
De rechtbank zal de moeder vervangende toestemming verlenen om met [de minderjarige 1] en [de minderjarige 2] op vakantie te gaan naar [plaats] . De rechtbank overweegt daartoe als volgt. De rechtbank acht het in het belang van [de minderjarige 1] en [de minderjarige 2] om met hun familie op vakantie te gaan naar [plaats] om de trouwdag van de grootouders moederszijde te vieren. Het gebied waar de moeder met de kinderen naartoe op vakantie wil betreft een groen gebied en de periode valt in de schoolvakantie. Daarnaast ziet de rechtbank in hetgeen de vader op de zitting heeft aangevoerd geen redenen om de toestemming te weigeren. De vader heeft emotionele bezwaren geuit, maar geen relevante (juridische) bezwaren tegen deze specifieke buitenlandse vakantie. De rechtbank zal daarom het verzoek van de moeder toewijzen.

Beslissing

De rechtbank:
verleent aan de moeder toestemming, welke die van de vader vervangt, om in de periode van 22 april tot en met 29 april 2025 met de minderjarigen:
  • [de minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum 1] 2008 in [geboorteplaats 1] ;
  • [de minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum 2] 2010 in [geboorteplaats 2] ;
naar [plaats] (Spanje) te reizen;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. E.D.A. Geleijns, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. P.M.A. van Oosten als griffier, en uitgesproken op de openbare zitting van 3 april 2025.