ECLI:NL:RBDHA:2025:7380

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
26 maart 2025
Publicatiedatum
1 mei 2025
Zaaknummer
C/09/679446 / FA RK 25-689
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening inzake uitsluitend gebruik echtelijke woning na scheiding

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 26 maart 2025 een beschikking gegeven in een voorlopige voorziening met betrekking tot het uitsluitend gebruik van de echtelijke woning na een scheiding. De vrouw heeft verzocht om het uitsluitend gebruik van de echtelijke woning, terwijl de man verweer heeft gevoerd en ook zelfstandig heeft verzocht om het gebruik van de woning. De rechtbank heeft kennisgenomen van de ingediende stukken, waaronder het verzoekschrift en het verweerschrift, en heeft de zaak op 12 maart 2025 behandeld tijdens een zitting waar beide partijen met hun advocaten aanwezig waren.

De rechtbank heeft vastgesteld dat beide partijen belang hebben bij het uitsluitend gebruik van de woning, maar dat de financiële draagkracht van de partijen doorslaggevend is. De man heeft een eigen onderneming en lijkt meer financiële mogelijkheden te hebben dan de vrouw, die studeert en deeltijd werkt. Gezien deze omstandigheden heeft de rechtbank besloten om het verzoek van de vrouw toe te wijzen, waardoor zij gerechtigd is tot het gebruik van de echtelijke woning. Het verzoek van de man om ook gebruik te maken van de woning is afgewezen.

De rechtbank heeft daarnaast bepaald dat de beschikking uitvoerbaar is bij voorraad en dat iedere partij zijn eigen proceskosten draagt. De beslissing is genomen in het kader van een familierechtelijke procedure, waarbij de rechtbank de proceskosten heeft gecompenseerd. De beschikking is gegeven door rechter mr. H. Dragtsma, bijgestaan door griffier mr. P.M.A. van Oosten.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Enkelvoudige kamer
Rekestnummer: FA RK 25-689
Zaaknummer: C/09/679446
Datum beschikking: 26 maart 2025

Voorlopige voorzieningen

Beschikking op het op 31 januari 2025 ingekomen verzoek van:

[de vrouw] ,

de vrouw,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat: mr. F.L.P Vulto in Den Haag .
Als belanghebbende wordt aangemerkt:

[de man] ,

de man,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat: mr. S. Burger in Rotterdam.

Procedure

De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
  • het verzoekschrift;
  • het verweerschrift, met zelfstandig verzoek;
  • het bericht van 9 maart 2025, met bijlagen, namens de vrouw.
Op 12 maart 2025 is de zaak op de zitting van deze rechtbank behandeld. Hierbij zijn verschenen: de vrouw met haar advocaat en de man met zijn advocaat. Van de zijde van de vrouw zijn pleitnotities overgelegd.

Verzoek en verweer

Het verzoek van de vrouw strekt ertoe dat de vrouw gerechtigd zal zijn tot het uitsluitend gebruik van de echtelijke woning aan de [adres] in ( [postcode] ) [plaats] , met inbegrip van de inboedel en met het bevel dat de man die woning dient te verlaten en verder niet mag betreden, behoudens met voorafgaande instemming van de vrouw, voor zover mogelijk met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
De man voert verweer, welk verweer hierna – voor zover nodig – zal worden besproken.
Daarnaast verzoekt de man zelfstandig dat de man gerechtigd zal zijn tot het uitsluitend gebruik van de echtelijke woning aan de [adres] in ( [postcode] ) [plaats] , met inbegrip van de inboedel en met het bevel dat de vrouw die woning dient te verlaten en verder niet mag betreden, voor zover mogelijk met uitvoerbaarverklaring bij voorraad en kosten rechtens.

Beoordeling

Uitsluitend gebruik echtelijke woning
Alhoewel het de wens van de man was om bij elkaar te blijven of in ieder geval nog samen te blijven wonen heeft hij ter zitting aangegeven dat het ook voor hem niet meer mogelijk is om met de vrouw een huis te delen. Dit betekent dat zowel de vrouw als de man verzoeken om aan hen het uitsluitend gebruik van de echtelijke woning toe te wijzen. De rechtbank constateert dat beiden hierbij belang hebben. De vrouw en de man hebben allebei dezelfde positie op de woningmarkt en vergelijkbare kansen op Woningnet. Daarnaast hebben beiden beperkte mogelijkheden in hun netwerk voor alternatief onderdak. In dit geval is de financiële draagkracht van partijen voor de rechtbank doorslaggevend. De man heeft een eigen onderneming en lijkt daarmee meer financiële mogelijkheden te hebben dan de vrouw, die nog studeert en daarnaast in deeltijd werkt. De rechtbank zal daarom het verzoek van de vrouw voor het uitsluitend gebruik toewijzen.
Het verzoek om te bepalen dat dit uitsluitend gebruik ‘met inbegrip van de inboedel’ is, zal de rechtbank bij gebrek aan belang afwijzen. Bij toewijzing van het uitsluitend gebruik van de echtelijke woning aan een partij is die partij ook uitsluitend gerechtigd tot de tot die woning behorende inboedelgoederen, voor zover niet bij rechterlijke beschikking tot het dagelijks gebruik aan de andere partij toegewezen.
Proceskosten
Aangezien het hier een procedure van familierechtelijke aard betreft, zal de rechtbank de proceskosten compenseren zoals hierna vermeld.

Beslissing

De rechtbank:
*
bepaalt dat de vrouw bij uitsluiting gerechtigd zal zijn tot het gebruik van de echtelijke woning aan de [adres] in ( [postcode] ) [plaats] en beveelt mitsdien dat de man die woning dient te verlaten en verder niet mag betreden;
*
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
*
bepaalt dat iedere partij de eigen proceskosten draagt.
*
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. H. Dragtsma, rechter, bijgestaan door mr. P.M.A. van Oosten als griffier, en uitgesproken op de openbare zitting van 26 maart 2025.