1.2.Dit betekent ook dat op deze zaak nog de Crisis- en herstelwet (Chw) van toepassing is. Ingevolge artikel 1.1, eerste lid, aanhef en onder a van de Chw, gelezen in samenhang met categorie 3.1 van bijlage I van deze wet, is afdeling 2 van de Chw op deze procedure van toepassing.
2. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder aannemelijk gemaakt dat de bedrijfsvoering van eiseres door het bouwplan niet onevenredig wordt belemmerd. In het akoestisch onderzoek van Cauberg Huygen is rekening gehouden met de geluidsbelasting die gepaard gaat met de werkzaamheden van eiseres. Uit dat onderzoek blijkt dat door de dove gevel van het appartementencomplex aan de noordzijde wordt voldaan aan de in artikel 5.4 onder ah van het bestemmingsplan ‘ [bestemmingsplan] ’ (het bestemmingsplan) voorgeschreven maximale binnenwaarde. De deuren in de dove gevel komen niet uit op een geluidgevoelige ruimte en doen dus geen afbreuk aan de werking van de dove gevel. Dat het appartementencomplex wordt uitgevoerd met die dove gevel is voorgeschreven in de omgevingsvergunning. Daarmee is geborgd dat in het appartementencomplex sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat, zonder dat de bedrijfsvoering van eiseres daarvoor moet worden aangepast.
3. Dat de nieuwe bewoners desondanks zouden kunnen gaan klagen over geluidsoverlast door eiseres kan geen reden zijn om de omgevingsvergunning te weigeren. De vergunningaanvraag moet immers getoetst worden aan de beoordelingscriteria van het bestemmingsplan en als daaraan wordt voldaan, zoals in dit geval, wordt de omgevingsvergunning verleend. Dat volgt uit artikel 5.4 van het bestemmingsplan in combinatie gelezen met artikel 7c, veertiende lid, van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet.
4. Om die reden kunnen ook de beroepsgronden over de zonnepanelen op het bedrijfsgebouw van eiseres, de tv-schotelantenne op de bedrijfswoningen en de tijdelijke afsluiting van de Energieweg niet slagen. Ook die aspecten zijn immers geen onderdeel van het toetsingskader dat het bestemmingsplan geeft voor deze omgevingsvergunning.
5. Uit de bezonningstudie blijkt verder dat ten aanzien van de bedrijfswoningen van eiseres wordt voldaan aan de lichte TNO-norm, die in artikel 5.4 onder v van het bestemmingsplan is voorgeschreven.
6. Ten aanzien van de opmerking in het beroepschrift dat het bezwaarschrift als herhaald en ingelast moet worden beschouwd, geldt dat in de beslissing op bezwaar en het advies van de bezwaarschriftencommissie is ingegaan op de daarin naar voren gebrachte bezwaren. In het beroepschrift en ter zitting heeft eiseres geen redenen aangevoerd waarom de weerlegging van die bezwaren onjuist of onvolledig zou zijn.
7. Omdat het beroep ongegrond is, bestaat er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling of vergoeding van het griffierecht.
8. Partijen zijn gewezen op de mogelijkheid om tegen de mondelinge uitspraak in hoger beroep te gaan op de hieronder omschreven wijze.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 8 januari 2025 door mr. A.J. van der Ven, rechter, in aanwezigheid van mr. J.A. Klein, griffier.
griffier
rechter
Een afschrift van dit proces-verbaal is verzonden aan partijen op: