ECLI:NL:RBDHA:2025:7246

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
28 april 2025
Publicatiedatum
29 april 2025
Zaaknummer
NL24.45703
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hersteluitspraak inzake proceskosten in bestuursrechtelijke procedure over voorlopige voorziening

Op 28 april 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag een hersteluitspraak gedaan in de zaak tussen een verzoeker en de minister van Asiel en Migratie. De zaak betreft een verzoek om voorlopige voorziening dat eerder op 26 maart 2025 werd afgewezen. In die uitspraak was abusievelijk nagelaten om de minister te veroordelen in de proceskosten van de verzoeker. De verzoeker, vertegenwoordigd door mr. A.K.E. van den Heuvel, heeft de voorzieningenrechter op 27 maart 2025 geïnformeerd over deze omissie en verzocht om een hersteluitspraak. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de uitspraak een onjuistheid bevatte en dat de minister inderdaad veroordeeld had moeten worden in de proceskosten van de verzoeker. De kosten zijn vastgesteld op € 907, gebaseerd op het Besluit proceskosten bestuursrecht. De voorzieningenrechter heeft de eerdere uitspraak aangepast door de minister te veroordelen in de proceskosten, terwijl de rest van de uitspraak ongewijzigd blijft. Deze hersteluitspraak is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.45703

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker], V-nummer: [V-nummer], verzoeker

(gemachtigde: mr. A.K.E. van den Heuvel),
en
de minister van Asiel en Migratie, voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
(gemachtigde: mr. J.R. Vreijsen)

Procesverloop

Op 26 maart 2025 heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep van verzoeker, zaaknummer NL24.45702. Het beroep is gegrond verklaard. Op diezelfde dag heeft de voorzieningenrechter ook uitspraak gedaan op het verzoek om voorlopige voorziening. Het verzoek om voorlopige voorziening is afgewezen.
Verzoeker heeft de voorzieningenrechter op 27 maart 2025 bericht dat in de uitspraak op het verzoek om voorlopige voorziening is nagelaten om verweerder te veroordelen in de proceskosten. Hij verzoekt de voorzieningenrechter om een hersteluitspraak.

Overwegingen

1. Gebleken is dat de uitspraak van de voorzieningenrechter een onjuistheid bevat. Abusievelijk is in de uitspraak verzuimd om verweerder te veroordelen in de proceskosten van verzoeker. Gelet op de uitkomst van de bodemzaak, had dat wel gemoeten. Verzoeker heeft ook in het kader van het verzoek om voorlopige voorziening recht op vergoeding van de gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de voorzieningenrechter op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 907 (1 punt voor het indienen van het verzoekschrift met een waarde per punt van € 907 en een wegingsfactor 1).
2. De voorzieningenrechter is van oordeel dat de onjuistheid zich leent voor eenvoudig herstel. Daarom zal de voorzieningenrechter de uitspraak van 26 maart 2025 als volgt aanpassen.

Beslissing

De voorzieningenrechter:
- verbetert de uitspraak van 26 maart 2025 in die zin dat zij verweerder veroordeelt in de proceskosten van verzoeker tot een bedrag van € 907,00;
- laat de uitspraak voor het overige ongewijzigd.
Deze uitspraak is gedaan op 28 april 2025 door mr. M.L. Weerkamp, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van N.A. D’Hoore, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
Uitspraak bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.