ECLI:NL:RBDHA:2025:710
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvragen van Jemenitische zussen en de toepassing van de Dublinverordening
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 13 januari 2025, zijn de beroepen van twee Jemenitische zussen, eiseres 1 en eiseres 2, tegen het niet in behandeling nemen van hun aanvragen voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd beoordeeld. De rechtbank heeft vastgesteld dat Spanje verantwoordelijk is voor de behandeling van hun aanvragen op basis van de Dublinverordening. Eiseressen hebben aangevoerd dat zij in Spanje geen toegang tot opvang of andere voorzieningen zullen krijgen en dat verweerder aanvullende garanties van de Spaanse autoriteiten had moeten vragen. De rechtbank oordeelt echter dat eiseressen niet aannemelijk hebben gemaakt dat zij zonder die garanties geen adequate zorg- en opvangvoorzieningen zullen ontvangen. De rechtbank verwijst naar het interstatelijk vertrouwensbeginsel, dat inhoudt dat verweerder mag uitgaan van de veronderstelling dat Spanje zijn verdragsverplichtingen nakomt. De rechtbank concludeert dat de beroepen kennelijk ongegrond zijn en dat de verzoeken om een voorlopige voorziening niet-ontvankelijk worden verklaard. De belangen van het kind van eiseres 2 zijn voldoende betrokken bij de besluitvorming, en er zijn geen omstandigheden aangevoerd die wijzen op nadelige gevolgen voor het kind bij een overdracht naar Spanje. De rechtbank wijst de verzoeken om proceskostenvergoeding af.