Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 15 januari 2025 in de zaak tussen
Stichting Resonans, uit Leiderdorp, verzoekster
[naam], uit [woonplaats] .
Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 15 januari 2025, in de zaak tussen Stichting Resonans en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, wordt het verzoek van verzoekster om veroordeling van verweerder in de proceskosten beoordeeld. Verzoekster had op 11 januari 2024 een verzoek tot herbeoordeling ingediend voor haar (ex-)werknemer, maar verweerder had niet tijdig een besluit genomen. Na een ingebrekestelling door verzoekster op 3 mei 2024, heeft zij beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit. Op 24 december 2024 trok verzoekster haar beroep in, omdat verweerder alsnog een beslissing had genomen op het verzoek om herbeoordeling. Verzoekster verzocht vervolgens om verweerder te veroordelen in de proceskosten.
De rechtbank heeft verweerder in de gelegenheid gesteld te reageren op het verzoek om proceskostenveroordeling. Verweerder heeft aangegeven zich niet te verzetten tegen een veroordeling in de proceskosten conform het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb). De rechtbank heeft zonder zitting uitspraak gedaan op het verzoek om proceskostenveroordeling. De rechtbank oordeelt dat verweerder geheel tegemoet is gekomen aan het beroep van verzoekster, omdat hij alsnog een beslissing heeft genomen. Het verzoek om proceskostenveroordeling wordt dan ook toegewezen. Verzoekster krijgt een vergoeding van haar proceskosten, die door de rechtbank is vastgesteld op € 453,50, en verweerder moet het door verzoekster betaalde griffierecht van € 371,- vergoeden.