Op 15 april 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak betreffende de verlenging van de PIJ-maatregel voor een jeugdige veroordeelde. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de PIJ-maatregel met 18 maanden te verlengen, toegewezen. De veroordeelde, geboren in 2004, verblijft momenteel in een forensisch centrum en is eerder veroordeeld tot de PIJ-maatregel op 2 maart 2023, welke onherroepelijk werd op 20 april 2023. De rechtbank heeft kennisgenomen van een uitgebreid verlengingsadvies van gedragswetenschappers, waaruit blijkt dat de veroordeelde positieve gedragsveranderingen heeft doorgemaakt en dat hij momenteel bezig is met zijn opleiding en stage. De rechtbank heeft vastgesteld dat, hoewel er geen wettelijke aantekeningen zijn overgelegd, alle partijen voldoende geïnformeerd zijn over de ontwikkeling van de veroordeelde. De rechtbank oordeelt dat de verlenging van de PIJ-maatregel noodzakelijk is om de behandelingen af te ronden en de vaardigheden van de veroordeelde verder te internaliseren. De rechtbank benadrukt het belang van zorgvuldigheid in de verdere behandeling en de terugkeer van de veroordeelde in de maatschappij. De termijn van de PIJ-maatregel wordt verlengd tot 10 oktober 2026 voorwaardelijk en 10 oktober 2027 onvoorwaardelijk.