ECLI:NL:RBDHA:2025:679
Rechtbank Den Haag
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep tegen het niet tijdig beslissen op een asielaanvraag
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, wordt het beroep van eiser tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag van 9 augustus 2022 behandeld. De rechtbank heeft besloten dat een zitting niet nodig is en heeft het onderzoek gesloten. Eiser had een ingebrekestelling ingediend op 29 november 2024, maar de rechtbank oordeelt dat deze prematuur was, aangezien de wettelijke beslistermijn op dat moment nog niet was verstreken. Dit betekent dat de ingebrekestelling niet geldig is en dat er geen beroep kan worden ingediend wegens niet tijdig beslissen.
De rechtbank verwijst naar relevante artikelen uit de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Vreemdelingenwet 2000 (Vw), die de termijnen en procedures voor het indienen van een beroep tegen het niet tijdig nemen van besluiten regelen. De rechtbank concludeert dat het beroep niet-ontvankelijk is, omdat het niet voldoet aan de vereisten voor het indienen van een beroep tegen het niet tijdig beslissen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, en de rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.G.D. Overmars, rechter, in aanwezigheid van mr. B.A. Smit, griffier. De uitspraak is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.