ECLI:NL:RBDHA:2025:6771
Rechtbank Den Haag
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Vaststelling van staatloosheid van verzoeker met betrekking tot Palestijnse, Syrische en Turkse nationaliteit
Op 23 april 2025 heeft de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in de zaak van een verzoeker die staatloosheid wilde laten vaststellen. Het verzoekschrift was ingediend op 12 juli 2024 en betrof de vaststelling van de staatloosheid van de verzoeker, die geboren is in Syrië en op 30 maart 2023 asiel heeft aangevraagd in Nederland. De rechtbank heeft kennisgenomen van verschillende stukken, waaronder correspondentie tussen de verzoeker en de Staat der Nederlanden, vertegenwoordigd door mr. J. Laros. De rechtbank heeft besloten om zonder mondelinge behandeling op het verzoek te beslissen, omdat het advies van de Staat overeenstemde met het verzoek van de verzoeker.
De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoeker niet als onderdaan van de Palestijnse Gebieden, Syrië of Turkije kan worden beschouwd. De Palestijnse nationaliteit wordt door Nederland niet erkend, en de verzoeker kan niet voldoen aan de voorwaarden voor de Syrische of Turkse nationaliteit. De rechtbank concludeert dat verzoeker staatloos is, omdat niet is gebleken dat hij door enige staat als onderdaan wordt beschouwd. De rechtbank heeft het verzoek om veroordeling van de Staat in de proceskosten afgewezen, en heeft enkel de staatloosheid van de verzoeker vastgesteld.
De beschikking is gegeven door mr. H.M. Boone, rechter, bijgestaan door mr. P. Hillebrand als griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 23 april 2025.