Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Arnhem
Bestuursrecht
zaaknummer: NL25.10654
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 18 april 2025 in de zaak tussen
[eiser], v-nummer: [nummer], eiser
(gemachtigde: mr. R.E. Temmen),
en
de minister van Asiel en Migratie
(gemachtigde: mr. A.N. Sap).
Inleiding
1. Bij besluit van 6 maart 2025 (het bestreden besluit) heeft de minister bepaald dat eiser in het kader van de Dublinverordening overgedragen moet worden aan de autoriteiten van Duitsland. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en de voorzieningenrechter gevraagd om een voorlopige voorziening te treffen.
1.1.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met de behandeling van de zaak NL25.10653, op 31 maart 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiser, zijn gemachtigde en de gemachtigde van de minister.
Beoordeling door de voorzieningenrechter
1.2.
Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL25.10653, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.S. Gaastra, rechter, in aanwezigheid van
mr. S.M. Hampsink, griffier.
mr. S.M. Hampsink, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 1 week na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.