ECLI:NL:RBDHA:2025:6613
Rechtbank Den Haag
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen uitblijven beslissing op visumaanvraag en niet-ontvankelijkheid door niet betalen griffierecht
Op 18 april 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser, vertegenwoordigd door een gemachtigde, en de minister van Asiel en Migratie. Eiser had beroep ingesteld tegen het uitblijven van een beslissing op zijn aanvraag voor een visum. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat eiser het verschuldigde griffierecht van € 194,- niet heeft betaald. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser op 1 maart 2025 door de griffier is gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht en dat hij een termijn van twee weken heeft gekregen om dit te voldoen. Ondanks een herinneringsbrief op 2 april 2025 heeft eiser het griffierecht niet tijdig betaald en geen verontschuldiging voor dit verzuim gegeven. Hierdoor kon de rechtbank het beroep niet inhoudelijk beoordelen en bleef het bestreden besluit in stand. De rechtbank heeft besloten dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. C.H. de Groot, rechter, en is openbaar gemaakt via rechtspraak.nl.