Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft eiser op 5 januari 2024 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn bezwaarschrift van 24 maart 2023, dat gericht was tegen de beschikking van 14 maart 2023, waarbij zijn aanvraag voor een visum voor kort verblijf was afgewezen. De minister van Asiel en Migratie heeft op 20 maart 2024 een besluit genomen op het bezwaarschrift, maar heeft dit kennelijk ongegrond verklaard. Eiser heeft zijn beroep gehandhaafd, waarna de rechtbank op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Awb uitspraak heeft gedaan zonder zitting.
De rechtbank overweegt dat het beroep tegen het niet-tijdig beslissen mede betrekking heeft op het besluit van 20 maart 2024, omdat dit niet volledig tegemoetkomt aan de eisen van eiser. De rechtbank oordeelt dat eiser terecht beroep heeft ingesteld wegens het niet tijdig beslissen op zijn bezwaarschrift. De rechtbank heeft verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser, vastgesteld op € 453,50, en heeft bepaald dat het door eiser betaalde griffierecht door verweerder moet worden vergoed.
Eiser is gevraagd om te reageren op het besluit van 20 maart 2024, maar heeft geen gebruik gemaakt van deze gelegenheid. De rechtbank stelt vast dat eiser niet heeft voldaan aan de vereisten van artikel 6:5 van de Awb, wat leidt tot de conclusie dat het beroep niet-ontvankelijk verklaard moet worden. De rechtbank heeft de beslissing genomen om het beroep niet-ontvankelijk te verklaren en verweerder te veroordelen in de proceskosten.