Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.Het onderzoek ter terechtzitting
mr. I.G.M. Oostrom en van hetgeen door de verdachte en zijn raadsman mr. K. Canatan naar voren is gebracht.
2.De tenlastelegging
bijlage Iaan dit vonnis gehecht.
3.De bewijsbeslissing
bijlage IIopgenomen de wettige bewijsmiddelen met de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden.
(‘sole and decisive’) berust op die verklaring.
De rechtbank kan echter aan de hand van het onderzoek ter terechtzitting enkel vaststellen dat het naar algemene ervaringsregels voorzienbaar was dat met rondvliegend glas en vallend puin van de
eersteexplosie gevaar voor zwaar lichamelijk letsel bij GE1, de persoon op het bankje, te duchten was. Van GE2 is immers onbekend wat de afstand tussen hem en de eerste ontploffing was. Bij de tweede explosie waren GE1 en GE2 niet meer in het pand aanwezig. Het voorgaande brengt met zich dat de rechtbank de verdachte partieel zal vrijspreken, voor zover het tenlastegelegde onder 1 ziet op levensgevaar.
Ten aanzien van dagvaarding I, feit 3
hijdegene is geweest die de Polo samen met [medeverdachte 2] op 10 mei 2024 heeft opgehaald bij [naam 1] en over wie [medeverdachte 2] tijdens het OVC-gesprek van 10 juli 2024 zei dat hij die nacht zonder rijbewijs in de Skoda had gereden. De rechtbank kent gelet op de bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, geen waarde toe aan de omstandigheid dat [naam 1] ook heeft verklaard dat ‘volgens hem’ die andere jongen [naam 2] heette en dat hij tegen de raadsman van de verdachte zei dat het niet diens cliënt was, die had gereden.
Ten aanzien van dagvaarding II
hij op 17 april 2024 te Delft, tezamen en in vereniging met anderen meermalen opzettelijk een ontploffing teweeg heeft gebracht door in/bij treinstation Delft meerdere explosieven op de toegangsdeur en de geldautomaat van het GWK Travelex aan te brengen
en vervolgens explosieven op die toegangsdeur en die geldautomaat tot ontploffing te brengen, terwijl daarvan
- gemeen gevaar voor goederen, te weten die geldautomaat en de panden en goederen in het stationsgebouw waar die geldautomaat zich bevond te duchten was;
hij op 17 april 2024 te Delft tezamen en in vereniging met anderen ter uitvoering van het door verdachte en zijn mededaders voorgenomen misdrijf om geld dat geheel of ten dele aan het GWK Travelex (Delft) en/of Travelex N.V., toebehoorde weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot
de plaats van het misdrijf te verschaffen en dat weg te nemen geld onder hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking, explosieven
heeftaangebracht in/op/aan de toegangsdeur van het GWK en vervolgens in/op/aan de geldautomaat van het GWK en vervolgens die geldautomaat heeft doen exploderen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op 10 mei 2024 te Assen tezamen en in vereniging met een ander ter voorbereiding van het misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld, te weten het teweeg brengen van een ontploffing (artikel 157 ahf/sub 1 en ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht), opzettelijk voorwerpen en
eenvervoermiddel, te weten, samen met zijn mededader,
- een auto (met kenteken [kenteken 3] ),
- drie telefoons en meerdere Lyca simkaarten,
- handschoenen,
- schoenovertrekken en/of schoenen,
- mondkapjes,
- een regenjas,
- balaclava,
- een schoonmaakfles
enschoonmaakdoekje,
- een breekijzer,
- twee aluminium buizen,
- twee hoofdlampen en/of een zaklamp, en
-
tiewrapsbestemd tot het begaan van dat misdrijf, voorhanden heeft gehad;
hij op 26 maart 2024 te Amsterdam tezamen en in vereniging met een ander, een geldbedrag van €10.910,-, dat geheel aan Travelex N.V. toebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en dat weg te nemen goed onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak
enverbreking;
hij op 26 maart 2024 te Amsterdam tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk een ontploffing teweeg heeft gebracht door
explosiefop/aan de geldautomaat van Travelex N.V. (in het pand van de NS Ticket & Service-winkel) gelegen aan het Zuidplein 10 aan te brengen/te bevestigen, en
- vervolgens
dat explosieftot ontploffing te brengen en/of te laten brengen terwijl daarvan
gemeen gevaar voor goederen, te weten voor die geldautomaat, het pand en het (trein)station waarin die geldautomaat zich bevond te duchten was.
4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde
5.De strafbaarheid van de verdachte
6.De strafoplegging
7.De vorderingen van de benadeelde partijen
€ 12.965,88 en de post ‘inkomstenderving’ ad. € 43.331,-, de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in de vordering. Dit deel van de vordering is door de verdediging (gemotiveerd) betwist en door de benadeelde partij niet onderbouwd. De benadeelde partij de gelegenheid geven voor een nadere onderbouwing van dit deel van de vordering zou een onevenredige belasting van het strafgeding opleveren. De benadeelde partij kan dit deel van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
€ 42.887,89, is door de benadeelde partij voldoende onderbouwd en door de verdediging onvoldoende (gemotiveerd) betwist. Op grond van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting kan dan ook worden vastgesteld dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden door de bij dagvaarding I onder 1 en 2 bewezenverklaarde feiten, ter grootte van € 42.887,89.
8.De vordering tot tenuitvoerlegging
9.De voorlopige hechtenis
22 januari 2025 tot een gevangenisstraf van 40 maanden is veroordeeld, dat de verdachte daartegen een rechtsmiddel heeft ingesteld en dat in die zaak – kennelijk – een bevel tot voorlopige hechtenis van kracht is. De rechtbank is van oordeel dat er, gelet daarop, geen gewichtige reden van maatschappelijke veiligheid is die meebrengt dat
ook in deze zaakeen bevel tot gevangenneming moet worden gegeven. De vordering van de officier van justitie zal dan ook worden afgewezen.
10.De toepasselijke wetsartikelen
11.De beslissing
5 (VIJF) JAREN;