5.1.Op grond van artikel 34.1, onderdeel a, van het bestemmingsplan – voor zover hier van belang – zijn de gronden ter plaatse van de aanduiding “Overige zone – gemeentelijk beschermd stadsgezicht” behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor behoud en bescherming van de cultuurhistorische waarden van de gemeentelijke stadsgezichten Regentessekwartier en Valkenboskwartier, zoals beschreven in de aanwijzingsbesluiten van 14 februari 2002 met de bijbehorende toelichtingen.
Op grond van artikel 34.1, onderdeel b, van het bestemmingsplan gelden voor het bouwen binnen de gebiedsaanduiding “Overige zone - gemeentelijk beschermd stadsgezicht” de volgende regels:
het bouwen moet plaatsvinden met inachtneming van de cultuurhistorische waarden als bedoeld in artikel Overige zone – gemeentelijk beschermd stadsgezicht;
daar waar op de verbeelding een goothoogte is aangegeven, dient de kapvorm in stand te worden gehouden;
indien het bouwen betrekking heeft op de uiterlijke verschijningsvorm van een bouwwerk dient voorafgaande aan het bouwen over de cultuurhistorische waarden als bedoeld in voornoemd aanwijzingsbesluit en de toelichting daarop, advies te worden ingewonnen bij de commissie als bedoeld in artikel 1, lid 9 van de Monumentenverordening Den Haag of een deskundig lid van die commissie;
in aanvulling op het in voorafgaande sub-leden gestelde, dient bij karakteristieke panden of ensembles zoals opgenomen in bijlage 1 bij de regels van dit plan, de naar openbaar toegankelijk gebied gerichte gevelindeling en de in sub 2 bedoelde kapvorm gehandhaafd te blijven;
in uitzondering op het gestelde in sub 2 en 4 mag de aldaar omschreven gevelindeling en/of kapvorm worden aangepast, indien en voor zover ter plaatse van het pand of de panden op de verbeelding een specifieke bouwaanduiding-dakopbouw is aangegeven dan wel een hogere goot- en/of bouwhoogte ten opzichte van de bestaande bebouwing is opgenomen en die aanpassingen uitsluitend op het optoppen van de bebouwing betrekking hebben;
het gestelde in voorafgaande sub-leden heeft, bij strijdigheid daarmee, voorrang op de algemene bouwregels zoals opgenomen in artikel 32 van dit plan en de algemene afwijkingsregels zoals opgenomen in artikel 35 van dit plan;
het bepaalde onder a geldt niet indien strikte toepassing ervan zou leiden tot een onevenredige aantasting van de gebruiks- en bebouwingsmogelijkheden van de gronden en bouwwerken.
Op grond van artikel 34.1, onderdeel c, van het bestemmingsplan kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van artikel 34.1, onderdeel b, onder 2 en 4, ten behoeve van een afwijkende naar openbaar toegankelijk gebied gerichte gevelindeling en kapvorm, mits naar het oordeel van de commissie als hiervoor bedoeld of een deskundig lid van die commissie, de oorspronkelijke waardevolle karakteristiek van het pand of ensemble niet wordt aangetast.