Uitspraak
RECHTBANK Den Haag
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 14 maart 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
2.Waar gaat het om?
3.De vordering van ING
4.De beoordeling
voordatzij heeft besloten tot het verlagen van de kredietlimiet. Zij heeft geconstateerd dat de omzet die op de betaalrekening binnenkwam niet in overeenstemming was met wat partijen daarover overeen waren gekomen. ING heeft daarmee onweersproken gesteld dat de financiële situatie van [gedaagde partij] juist de aanleiding was om het krediet af te bouwen. Door het krediet niet ineens op te zeggen, maar de limiet met een maandelijks bedrag van € 1.666,67 te verlagen heeft zij ook rekening gehouden met de belangen van [gedaagde partij]. Gelet op de hoogte van het krediet was dit bedrag en de termijn waarover dat krediet zou worden afgebouwd niet onredelijk bezwarend.