Op 8 februari 2025 heeft het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COa) besloten om eiseres, een Tanzaniaanse asielzoeker, in een Handhaving- en Toezichtlocatie (HTL) te plaatsen. Tevens is haar een vrijheidsbeperkende maatregel opgelegd. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld, waarbij zij ook schadevergoeding heeft verzocht. De rechtbank heeft de beroepen op 4 april 2025 behandeld. Eiseres betwistte het incident dat aan het plaatsingsbesluit ten grondslag lag, maar de rechtbank oordeelde dat het COa het besluit niet deugdelijk had gemotiveerd. De rechtbank concludeerde dat het incident niet als een incident met een zeer grote impact kon worden gekwalificeerd, en verklaarde het beroep tegen het plaatsingsbesluit gegrond. Dit leidde tot de vernietiging van het plaatsingsbesluit en de opheffing van de vrijheidsbeperkende maatregel. De rechtbank kende eiseres een schadevergoeding toe van € 1.675,00 voor de onterecht beperkte bewegingsvrijheid en veroordeelde het COa en de minister in de proceskosten van eiseres. De uitspraak werd gedaan door mr. N.M. van Waterschoot op 15 april 2025.