Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
de minister van Asiel en Migratie,
(gemachtigde: mr. S.H.F. Pols).
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Het bestreden besluit
- eiser heeft geen documenten overgelegd die ondersteunen dat hij van 2017 tot 2021 voor de FSB heeft gewerkt, en heeft daar geen goede verklaring voor;
- eiser heeft zeer algemeen verklaard over waarom uitgerekend hij door de FSB benaderd is voor infiltratieopdrachten;
- eiser heeft niet aangetoond dat hij kennis van de FSB als organisatie heeft;
- eiser heeft algemeen en summier verklaard over zijn opdrachten en producten voor de FSB;
- eiser heeft tegenstrijdig verklaard over waarom hij zich bij de FSB heeft aangesloten. Nu niet wordt gevolgd dat eiser heeft gewerkt bij de FSB, zijn de door eiser gestelde problemen als gevolg daarvan volgens de minister ook niet aannemelijk. De minister heeft daartoe onder meer overwogen dat uit het overgelegde militaire boekje wel blijkt dat eiser beperkt geschikt is verklaard, maar de minister volgt eiser niet in zijn betoog dat dit militaire boekje onder invloed van de FSB frauduleus is afgegeven om zo een dwangmiddel te hebben voor eisers spionagewerk. De minister merkt daarbij ook op dat eiser wisselend heeft verklaard over enige indicatie van mogelijke vervolging vanwege zijn werkzaamheden voor de FSB of het hebben van een frauduleus militair boekje. Eiser heeft verder niet aannemelijk gemaakt dat de FSB hem zal dwingen om deel te nemen aan de oorlog van Oekraïne.
‘Het verschil is alleen dat ik tot eind 2018 of begin 2019 dat volledig vrijwillig deed. Door mijn patriottische standpunten. Met kleine bonussen. Maar later werd dat gedwongen vrijwillig.’(p. 7) Eiser heeft in het nader gehoor echter verklaard dat hij nooit uit eigen overtuiging voor de FSB heeft gewerkt:
‘Er was geen enkel moment dat ik uit mijn eigen overtuiging of vrijwillig voor [B] , of voor de FSB heb gewerkt.’(p. 31) Eiser wijt deze tegenstrijdigheid aan de vertaling, de manier waarop hij het heeft geformuleerd of de onderbrekingen door de hoormedewerker (p. 32). De rechtbank kan de minister volgen dat dit verschil (gedwongen aansluiting of vanuit patriottische overtuiging) dermate groot is om het niet aan een vertaalfout kan worden toegeschreven. De minister heeft er daarbij terecht op gewezen dat eiser zelf het woord ‘patriottisch’ gebruikt in de context en dat dit woord niet door de hoormedewerker in de vraagstelling is gebruikt.
volledigvrijwillig deed. De stelling van eiser in de beroepsgronden dat het aannemelijk is dat hij vanwege zijn leeftijd beïnvloed was en angstig is gemaakt om opdrachten uit te voeren, is – mede in het licht van de overige verklaringen – niet aannemelijk geworden en leidt niet tot een ander oordeel.