ECLI:NL:RBDHA:2025:6225
Rechtbank Den Haag
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Vordering tot opheffing van conservatoir beslag en betaling van termijnbedragen in kort geding tussen aandeelhouder en vennootschap
In deze zaak heeft eiseres, Appsilon B.V., een holding, een kort geding aangespannen tegen gedaagde, [partij B], die als aandeelhouder conservatoir beslag heeft gelegd op de bankrekening van Appsilon. De aanleiding voor het beslag is de onbetaald gebleven koopprijs van aandelen die Appsilon aan [partij B] verschuldigd is. Appsilon vordert in conventie de opheffing van het beslag, terwijl [partij B] in reconventie betaling van de openstaande termijnbedragen vordert. De voorzieningenrechter heeft de vordering van Appsilon tot opheffing van het beslag afgewezen, omdat niet is aangetoond dat [partij B] misbruik maakt van zijn bevoegdheid of in strijd handelt met de redelijkheid en billijkheid. De reconventionele vordering van [partij B] tot betaling van de zesde en zevende termijn is toegewezen, omdat Appsilon de vordering erkent en er geen goede grond is om deze in kort geding af te wijzen. De voorzieningenrechter heeft de proceskosten toegewezen aan [partij B].