Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], eiser
de minister van Asiel en Migratie, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
Op 15 april 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende de voortduring van een maatregel van bewaring tegen een eiser met de Gambiaanse nationaliteit. De maatregel van bewaring was opgelegd op 21 februari 2025 op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft bepaald dat een zitting niet nodig was en het onderzoek op 14 april 2025 heeft gesloten.
De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat de maatregel van bewaring eerder rechtmatig was bevonden en dat de beoordeling van de rechtmatigheid van het voortduren van de maatregel alleen betrekking heeft op de periode na 5 maart 2025. Eiser heeft aangevoerd dat verweerder onvoldoende voortvarend handelt in de asielprocedure, maar de rechtbank concludeert dat verweerder voldoende stappen heeft ondernomen, waaronder het rappelleren bij de Gambiaanse autoriteiten en het plannen van een presentatie. De rechtbank oordeelt dat er geen aanleiding is om te concluderen dat de maatregel van bewaring onrechtmatig was in de te beoordelen periode.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond en wijst het verzoek om schadevergoeding af. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.