ECLI:NL:RBDHA:2025:6218
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag
Op 14 april 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak van een verzoeker tegen de minister van Asiel en Migratie. De zaak betreft een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker had tegen een besluit van 2 april 2025 beroep ingesteld, waarin de minister had besloten de asielaanvraag niet in behandeling te nemen, omdat Spanje verantwoordelijk was voor de behandeling van de aanvraag. De verzoeker vroeg de voorzieningenrechter om de rechtsgevolgen van het bestreden besluit op te schorten totdat er op het beroep was beslist. De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat een voorlopige voorziening niet meer nodig was, omdat er op dezelfde dag in een andere zaak (zaaknummer NL25.15686) al een beslissing was genomen op het beroep dat aan het verzoek om voorlopige voorziening ten grondslag lag. Hierdoor werd het verzoek als kennelijk ongegrond afgewezen. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.