Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 15 april 2025 in de zaak tussen
[eiseres], uit [woonplaats], eiseres
de burgemeester van Hillegom, verweerder
Woonstichting Stek,uit Lisse (derde-partij)
Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiseres tegen de sluiting van haar woning voor de duur van drie maanden op basis van artikel 13b van de Opiumwet. Eiseres had eerder bezwaar gemaakt tegen een sluiting van zes maanden, maar verweerder heeft de sluitingsduur teruggebracht na een bestuurlijke rapportage van de politie waarin een handelshoeveelheid drugs en gerelateerde goederen werd aangetroffen. De rechtbank heeft op 18 maart 2025 de zaak behandeld, waarbij eiseres en haar gemachtigde, alsook de gemachtigde van de burgemeester van Hillegom en de derde-partij aanwezig waren.
De rechtbank oordeelt dat de feiten en omstandigheden uit de rapportage van de politie voldoende zijn om de noodzakelijkheid van de sluiting te dragen. Eiseres betwist de evenredigheid van de maatregel en stelt dat zij niet op de hoogte was van de drugshandel vanuit haar woning. De rechtbank concludeert echter dat de sluiting gerechtvaardigd is, gezien de ernst van de overtredingen en de betrokkenheid van eiseres bij de drugshandel. De rechtbank weegt de kwetsbaarheid van eiseres mee, maar oordeelt dat de sluiting niet onevenwichtig is, gezien de aangetroffen feiten en de mogelijkheid van alternatieve maatregelen. Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond, wat betekent dat eiseres geen gelijk krijgt en geen vergoeding van proceskosten ontvangt.