ECLI:NL:RBDHA:2025:6079

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
8 april 2025
Publicatiedatum
11 april 2025
Zaaknummer
C/09/663186 / FA RK 24-1953
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om omgangsregeling tussen grootmoeder en kleinkind in het kader van de kwetsbare situatie van de ouders

In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 8 april 2025 uitspraak gedaan in een verzoek van de grootmoeder om een omgangsregeling met haar kleinkind, [kind 1]. De grootmoeder verzocht om een regeling waarbij [kind 1] in de even weekenden bij haar verblijft en tijdens langere vakanties ook bij haar kan zijn. De ouders van [kind 1] hebben verweer gevoerd tegen dit verzoek. De rechtbank heeft vastgesteld dat het contact tussen de grootmoeder en de ouders momenteel niet onbelast is en dat dit negatieve gevolgen heeft voor [kind 1]. De ouders ervaren veel kritiek van de grootmoeder en voelen zich niet gerespecteerd. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de kwetsbare situatie van de ouders, waarbij de moeder lijdt aan ernstige epilepsie en de vader als mantelzorger fungeert. Gezien de huidige omstandigheden en de problematiek rondom [kind 1], die extra zorg en begeleiding nodig heeft, heeft de rechtbank besloten geen omgangsregeling op te leggen. De rechtbank benadrukt het belang van rust in het gezin en wijst het verzoek van de grootmoeder af, maar moedigt de ouders aan om in de toekomst contact met de grootmoeder te faciliteren indien mogelijk.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Enkelvoudige kamer
Rekestnummer: FA RK 24-1953
Zaaknummer: C/09/663186
Datum beschikking: 8 april 2025

Omgang

Beschikking op het op 11 maart 2024 ingekomen verzoek van:

[de grootmoeder] ,

de grootmoeder,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat: mr. S. van Buuren te IJsselstein.
Als belanghebbenden worden aangemerkt:

[de moeder] ,

de moeder,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat: mr. M. Erkens te ’s-Gravenhage.

[de vader] ,

de vader,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat: mr. M. Erkens te ’s-Gravenhage.

Procedure

De rechtbank heeft kennis genomen van de stukken waaronder:
  • het verzoekschrift;
  • het F9-formulier van 29 maart 2024 van de zijde van de grootmoeder, met bijlage;
  • het verweerschrift.
Op 11 maart 2025 is de zaak op de zitting van deze rechtbank behandeld. Hierbij zijn verschenen:
  • de grootmoeder, bijgestaan door haar advocaat;
  • de vader, bijgestaan door zijn advocaat;
  • [naam] , namens de Raad voor de Kinderbescherming.
De moeder is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen.

Verzoek en verweer

De grootmoeder verzoekt:
  • een omgangsregeling tussen haar en [kind 1] vast te stellen, waarbij [kind 1] in de even weekenden van vrijdag uit school tot zondag 19.00 uur bij haar verblijft en waarbij de grootmoeder [kind 1] op vrijdag van school ophaalt en op zondag bij de ouders dient terug te brengen;
  • te bepalen dat [kind 1] tijdens de vakanties die meer dan een week duren, gedurende een week bij de grootmoeder zal zijn, waarbij de grootmoeder [kind 1] ophaalt en weer terug dient te brengen naar de ouders;
een en ander voor zover mogelijk met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
De ouders voeren verweer, welk verweer hierna – voor zover nodig – zal worden besproken.

Feiten

- De vader en de moeder zijn de ouders van de volgende kinderen:
-
[kind 2], geboren op [geboortedatum 1] 2008 te [geboorteplaats 1] .,
-
[kind 1], geboren op [geboortedatum 2] 2013 te [geboorteplaats 2] .
- De vader is niet de biologische vader van de kinderen.
- De grootmoeder is de moeder van de biologische vader van [kind 1] .
- Tussen de grootmoeder en [kind 2] bestaat geen biologische band.

Beoordeling

Juridisch kader
Op grond van artikel 1:377a, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek (BW) heeft een kind het recht op omgang met zijn ouders en met degene die in een nauwe persoonlijke betrekking tot hem staat. De niet met het gezag belaste ouder heeft het recht op en de verplichting tot omgang met zijn kind. Het tweede lid van dit artikel bepaalt dat de rechter op verzoek van de ouders of van een van hen of degene die in een nauwe persoonlijke betrekking staat tot het kind, al dan niet voor bepaalde tijd, een regeling inzake de uitoefening van het omgangsrecht vaststelt dan wel, al dan niet voor bepaalde tijd, het recht op omgang ontzegt. Ingevolge artikel 1:377a, derde lid, BW ontzegt de rechter het recht op omgang slechts indien
omgang ernstig nadeel zou opleveren voor de geestelijke of lichamelijke ontwikkeling van het kind, of
de ouder of degene die in een nauwe persoonlijke betrekking staat tot het kind kennelijk ongeschikt of kennelijk niet in staat moet worden geacht tot omgang, of
het kind dat twaalf jaar of ouder is, bij zijn verhoor van ernstige bezwaren tegen omgang met zijn ouders of met degene met wie hij in een nauwe persoonlijke betrekking staat heeft doen blijken, of
omgang anderszins in strijd is met zwaarwegende belangen van het kind.
Ontvankelijkheid
Tussen partijen is niet geschil dat sprake is van een nauwe persoonlijke betrekking tussen de grootmoeder en [kind 1] . De rechtbank zal de grootmoeder daarom ontvangen in haar verzoek en hierna de zaak inhoudelijk beoordelen.
Inhoudelijke beoordeling
Uit de overgelegde stukken en wat op de zitting is besproken blijkt het volgende. De grootmoeder is de biologische oma (van vaderszijde) van [kind 1] . De (juridische) vader van [kind 1] heeft hem en zijn zus [kind 2] erkend en heeft ook het gezag over beide kinderen samen met de moeder. De biologische vader van [kind 1] is niet in beeld. Niet in geschil is dat de grootmoeder in het verleden een grote en belangrijke rol heeft gespeeld in het leven van [kind 1] . Sinds 2018 is het contact tussen de ouders en de grootmoeder verslechterd, met name omdat de ouders zich niet gerespecteerd voelen door de grootmoeder. [kind 1] is een kwetsbaar kind dat veel extra zorg en duidelijke regels en afspraken nodig heeft. Bij [kind 1] is namelijk sprake van een ontwikkelingsachterstand en gedragsproblemen. Volgens de ouders weigert de grootmoeder de regels en afspraken na te komen, zodat zij telkens een onhandelbaar kind terugkregen als [kind 1] bij de grootmoeder was geweest. Hierdoor is het contact tussen de grootmoeder en de [kind 1] al meerdere keren stopgezet. In 2019 zijn er op initiatief van de ouders systeemgesprekken gevoerd bij Jutters om het contact tussen de ouders en de grootmoeder te verbeteren. Dit heeft niet het gewenste resultaat opgeleverd en sindsdien is de relatie alleen maar verder verslechterd. Desondanks zijn er nog een aantal pogingen gedaan om het contact te herstellen, de laatste keer op de verjaardag van [kind 2] op [geboortedatum 1] 2023. Volgens de ouders hield de grootmoeder zich toen weer niet aan gemaakte afspraken, waardoor zij hebben besloten het contact helemaal te verbreken.
Op de zitting bleek voorts dat er veel speelt in het gezin van [kind 1] . Hij krijgt op dit moment één keer per week ambulante begeleiding vanuit [zorginstelling] . Daarnaast krijgt het hele gezin ook één keer per week ambulante begeleiding. Op korte termijn zal [kind 1] vier middagen na school dagbehandeling krijgen ter observatie. Naast de problematiek rondom [kind 1] speelt er ook veel rondom de gezondheid van de moeder. Zij lijdt aan ernstige epilepsie en heeft meerdere aanvallen per dag. De vader is mantelzorger voor de moeder en werkt daarom niet buitenshuis. Haar aanvallen zijn door de spanningen die gepaard gaan met deze rechtszaak verergerd, aldus de vader. Zij is daarom ook niet verschenen op de zitting.
De rechtbank overweegt als volgt. De rechtbank stelt voorop dat [kind 1] gebaat is bij goed en onbelast contact met zijn biologische grootmoeder. Maar feit is dat het contact op dit moment niet onbelast verloopt en ook niet onbelast kan verlopen. Het contact tussen de ouders en de grootmoeder is dusdanig slecht, dat dit ongetwijfeld ook zijn weerslag zal hebben op [kind 1] . De ouders ervaren veel kritiek vanuit de grootmoeder, met name richting de vader van [kind 1] , die naar zijn gevoel gediskwalificeerd wordt door de grootmoeder. [kind 1] is nog erg jong en afhankelijk van zijn primaire opvoeders, zijn ouders dus. Gelet op de kwetsbare situatie waarin de ouders van [kind 1] zich bevinden, ziet de rechtbank op dit moment geen ruimte om een omgangsregeling op te leggen. Ook ziet de rechtbank geen ruimte om te werken aan de verbetering van het contact tussen de ouders en de grootmoeder. De ouders hebben in het verleden geprobeerd de problemen die zij ervaren in het contact met de grootmoeder op te lossen en dat is niet gelukt. Het gezin staat bovendien op dit moment al onder druk vanwege de problematiek bij [kind 1] en de ziekte van de moeder. De rechtbank acht het daarom belangrijk dat er rust komt in het gezin waar [kind 1] volledig afhankelijk van is. Rust weegt in dit geval dan ook zwaarder dan het belang bij [kind 1] bij contact met zijn grootmoeder.
Het voorgaande neemt niet weg dat contact met zijn biologische familie ook belangrijk is voor de identiteitsontwikkeling van [kind 1] . De rechtbank wil de ouders daarom meegeven om dit contact te faciliteren mocht er in de toekomst wel ruimte voor bestaan. Op dit moment ziet de rechtbank echter geen mogelijkheid daartoe. Het verzoek van de grootmoeder zal daarom worden afgewezen.

Beslissing

De rechtbank:
wijst af het verzoek van de grootmoeder tot vaststelling van een omgangs- en vakantieregeling.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.M. Brakel, kinderrechter, bijgestaan door
mr. N.C. Gantenbein als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 8 april 2025.