ECLI:NL:RBDHA:2025:600
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag wegens verantwoordelijkheid Frankrijk
Op 20 januari 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak van een verzoeker die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. De minister van Asiel en Migratie had op 27 december 2024 besloten om deze aanvraag niet in behandeling te nemen, omdat Frankrijk verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielaanvraag. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft de zaak zonder zitting beoordeeld en geconcludeerd dat een voorlopige voorziening niet meer nodig was, aangezien er op dezelfde dag al uitspraak was gedaan op het beroep (zaaknummer NL24.51965). Hierdoor werd het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen als kennelijk ongegrond. De voorzieningenrechter heeft ook geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. V.A.G. van Dijk, in aanwezigheid van griffier mr. B.A. Smit, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.